Vrijgevestigde medisch specialisten zijn gewoon ondernemers. Dit oordeelde de Hoge Raad in een recent en belangrijk arrest. Deze uitspraak over de fiscale kwalificatie van het ondernemerschap van een medisch specialist kan grote gevolgen hebben voor medisch specialistisch bedrijven (MSB’s).
De casus: werkzaamheden niet zelfstandig uitgevoerd
De medisch specialist in deze zaak was in opleiding tot kaakchirurg. Zij was werkzaam voor de maatschap mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie (hierna: de maatschap). Met die maatschap had zij een contract, maar zij was zelf geen maat in deze maatschap.
De kaakchirurg in opleiding (hierna: de medisch specialist) diende declaraties in, voor de door haar in het ziekenhuis uitgevoerde werkzaamheden, op naam van de maatschap bij het ziekenhuis, Het ziekenhuis diende op haar beurt de declaratie in bij de zorgverzekeraar. De medisch specialist kreeg vijftig procent van het bij de zorgverzekeraar gedeclareerde bedrag uitbetaald.
De belastingdienst is van mening dat de medisch specialist niet kwalificeert als ondernemer. De ontvangen gelden worden zo niet aangemerkt als winst uit onderneming, maar als inkomsten uit overige werkzaamheden.
Het Gerechtshof Hof Arnhem-Leeuwarden besloot eerder dat er geen sprake is van een onderneming, omdat de medisch specialist haar werkzaamheden niet zelfstandig en voor eigen rekening en risico heeft verricht. Daarbij liep zij geen ondernemersrisico. Tegen de uitspraak van het Gerechtshof is de medisch specialist in cassatie gegaan bij de Hoge Raad.
Hoge Raad: zelfstandig declaratierecht niet doorslaggevend voor ondernemerschap
Volgens de Hoge Raad heeft het Hof het oordeel gebaseerd op de omstandigheden dat de medisch specialist declareerde op naam van de maatschap en geen eigen declaratierecht had. En dat zij van de gedeclareerde bedragen ‘slechts’ vijftig procent kreeg uitbetaald. Aan deze omstandigheden kon het Gerechtshof echter niet zonder meer de conclusie verbinden dat de medisch specialist niet aan het zelfstandigheidscriterium voldeed.
Het Hof diende deze omstandigheden te bezien in samenhang met de vereisten van continuïteit en het lopen van ondernemersrisico. Over de continuïteit van de werkzaamheden van de medisch specialist heeft het Hof echter niets vastgesteld. Verder heeft het Hof niet voldoende gemotiveerd waarom de medisch specialist geen ondernemersrisico liep.
De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar een ander Hof. Dit Hof moet de zaak verder onderzoeken.
Belang voor de praktijk
In hoeverre is een zelfstandig declaratierecht van belang bij de kwalificatie voor het ondernemerschap in de inkomstenbelasting? In deze vraag ligt het belang van het geschil.
Als de medisch specialist haar werkzaamheden als maat in de maatschap zou hebben verricht, zou er geen discussie zijn geweest over haar ondernemerschap voor de inkomstenbelasting. De maten drijven een onderneming en als maat zou ze vanwege haar aansprakelijk als ondernemer kwalificeren. Althans zo was de situatie in 2012, het jaar waarover deze procedure is gevoerd.
In 2015 is de integrale bekostiging ingevoerd waardoor medisch specialisten hun zelfstandig declaratierecht zijn kwijtgeraakt. Dit zou volgens zowel de belastingdienst als het Ministerie van Financiën ertoe hebben geleid dat medisch specialisten hun status als fiscaal ondernemer zouden verliezen. Om het ondernemerschap voor medisch specialisten te waarborgen zijn de Medisch Specialistische Bedrijven (MSB’s) in het leven geroepen.
De Hoge Raad denkt daar anders over. Aan de hand van de criteria continuïteit en het lopen van ondernemingsrisico moet worden vastgesteld of de medisch specialist haar beroep zelfstandig uitoefent en als zodanig als ondernemer kan worden aangemerkt, aldus de Hoge Raad.
Als de Hoge Raad had gemeend dat een essentiële voorwaarde voor ondernemerschap van een medisch specialist zou zijn dat de specialist een zelfstandig declaratierecht moet hebben, dan had hij een kort arrest van die strekking gewezen. De Hoge Raad acht echter ondernemerschap voor een specialist mogelijk, zelfs als er geen zelfstandig declaratierecht is. Dat de Hoge Raad terugverwijst naar het Gerechtshof heeft te maken met de specifieke omstandigheden van deze betreffende medisch specialist.
Het arrest is zeer opmerkelijk omdat juist vanwege de toenmalige visie van de staatssecretaris van Financiën ten aanzien van het zelfstandig declaratierecht, veel medisch specialisten eind 2014 zijn overgegaan van een maatschapsvorm naar een coöperatie (Medisch Specialistisch Bedrijf).
Dit was een miljoenen kostende operatie die - naar nu blijkt - naar alle waarschijnlijkheid niet nodig lijkt te zijn.
Wilt u meer weten over de fiscale kwalificatie van uw werkzaamheden? Neemt u dan contact op met .