article banner
Belastingen

Studietoelage van werkgever voor kind werknemer onbelast

Drs. Cor Overduin Drs. Cor Overduin

Er kan meer dan u wellicht denkt. Recent is dit onderwerp ook in de Tweede kamer aan de orde gekomen tijdens de behandeling van het Belastingplan 2019. Een werkgever kan op verschillende manieren bijdragen aan de kosten van studerende kinderen van zijn/haar personeel. Ruwweg zijn er drie verschillende manieren:

  1. De werkgever geeft een (maandelijkse) studietoelage rechtstreeks aan het studerende kind van de werknemer.
  2. De werkgever richt samen met het personeel een derdenfonds op en vanuit dat fonds worden uitkeringen aan de studerende kinderen betaald.
  3. De werkgever geeft aan de werknemer zelf een extra bedrag voor de studiekosten van de kinderen van de werknemer.

Variant 1

Met name de eerste variant kan fiscaal aantrekkelijk uitwerken. Doordat iedere belastingplichtige recht heeft op de algemene heffingskorting kan een studietoelage van zo’n 6.000 euro per jaar (cijfer 2018) in principe zonder inhouding van loonbelasting aan het studerend kind worden betaald door de werkgever. Het is wel zaak dat de vormgeving van de regeling goed is. Het juiste reglement en een goede set van aanvraag-, toekenning- en overige formulieren is dan belangrijk.

Variant 2

In de tweede variant (het derdenfonds) dragen de werknemers minstens de helft bij aan de inleg voor het fonds. Er zijn nader spelregels over het vrijwillige karakter van de uitkeringen uit het derdenfonds. Ook de samenloop met schenkbelasting kan wellicht roet in dit eten gooien.

Variant 3

In de derde variant vergoedt de werkgever een bedrag aan de werknemer zelf, die het geld op zijn/haar beurt dan weer kan gebruiken om de studiekosten van zijn/haar kind(eren) te betalen. De werkgever moet dan wel rekening houden met de spelregels van de werkkostenregeling (WKR). De WKR kent bijvoorbeeld een gebruikelijkheidscriterium. En verder kan zo’n vergoeding alleen maar ten laste van de zogenoemde vrije ruimte van de WKR. Mocht die vrije ruimte worden overschreden, dan betaalt de werkgever 80 procent eindheffing-loonbelasting over zo’n vergoeding. De voorwaarden van de WKR kunnen dus behoorlijk beperkend uitwerken.

De parlementaire behandeling van het Belastingplan 2019 heeft ertoe geleid dat in het HandboekLoonheffingen voor het jaar 2019 de verschillende mogelijkheden nog eens duidelijk op een rij worden gezet. Het is uiteraard afwachten wat de teksten straks zullen worden in dat Handboek. Over de studiekosten is uiteraard nog veel meer te zeggen. Voor een meer uitgebreid verhaal hierover wordt verwezen naar het artikel van Cor Overduin in Fiscaal Praktijkblad nummer 19, dat vrijdag 23 november 2018 online is verschenen.

Actualiteiten