article banner
Box 3

Biedt het hoge forfaitaire rendement van box 3 mij voordeel?

Drs. Cor Overduin Drs. Cor Overduin

In de reeks artikelen over box 3 is nadrukkelijk stil gestaan bij het te hoge rendement waar de belastingdienst van uitgaat. Dat rendement is forfaitair bepaald. Het toepassen van de forfaitaire rendementen geldt echter ook voor de zogenoemde rechten op periodieke uitkeringen. Lees hoe die toepassing een voordeel kan zijn.

Waarderingsregels in uw voordeel laten werken

Het recht op een periodieke uitkering kan bij box 3 zowel een bezit als een schuld zijn. Voor de periodieke uitkeringen zijn specifieke waarderingsregels opgesteld. Die regels gaan ook vandaag de dag nog steeds uit van de aloude 4%-rendementsnorm die in 2001 is gehanteerd bij de invoering van box 3. Maar vandaag de dag is de rente erg laag, zodat die 4 procent niet reëel is.

U kunt die specifieke waarderingsregels voor een periodieke uitkering in uw voordeel laten werken. Hoe dan? Dan moet u het zoeken in de sfeer van de bezittingen die dan laag gewaardeerd moeten worden voor box 3.

Een cijfervoorbeeld

U heeft privé onder meer een spaarrekening waar 500.000 euro op staat. In box 3 betaalt u daar het tarief van de tweede schijf over, dus afgerond 1,3 procent maakt 6.500 euro. Omdat de rente op het spaargeld nihil is en ook nihil blijft, betekent dat u volgend jaar weer 6.500 euro belasting betaalt.

Uw dochter is een succesvolle zakenvrouw met een Holding-BV en vele werkmaatschappijen. Uw dochter begrijpt maar al te goed dat u liever minder box 3 belasting betaalt over dat spaarsaldo. Haar Holding BV krijgt bij de bank op spaargeld nog wel wat rente, namelijk 0,05 procent. Op 1 december 2018 stort u 500.000 euro in de Holding-BV van uw dochter. In ruil hiervoor krijgt u van de Holding-BV het recht op een periodieke uitkering: gedurende twee jaar ontvangt u jaarlijks 250.185 euro.

Op de eerstvolgende peildatum van box 3 (in dit voorbeeld: 1 januari 2019) heeft u dus geen 500.000 euro spaargeld meer. In plaats daarvan is uw bezit nu het recht op periodieke uitkeringen gedurende twee jaar. De waarderingsregel schrijft voor dat dit recht gewaardeerd moet worden op het aantal jaren maal het jaarlijkse uitkeringsbedrag maal een disconteringsfactor. In dit geval is die disconteringsfactor 0,91. En dus is uw recht op periodieke uitkering voor box 3 te waarderen op: 2 x 250.185 x 0,91 = 455.337. De grondslag voor box 3 is nu dus afgerond 45.000 euro lager (500.000 min 455.337 = 44.663), zodat u minder box 3 belasting betaalt: 1,3 procent x 44.663 = 580 euro.

In het daaropvolgende jaar bespaart u ook box 3 belasting. In dit voorbeeld is de situatie op de volgende peildatum voor box 3 (1 januari 2020) als volgt:

Uw bezit bestaat uit de eerste uitbetaalde periodieke uitkering (ontvangen op 1 december 2019) groot 250.185 euro. Daarnaast heeft u recht op een periodieke uitkering. Dat recht heeft voor box 3 een waarde van 1 x 250.185 x 0,91 = 227.668. Uw bezittingen in box 3 zijn dan dus 250.185 plus 227.668 = 477.853. Dat is lager dan de oorspronkelijke 500.000. Het verschil is 22.147, zodat u minder box 3 belasting betaalt: 1,3 procent x 22.147 = 287 euro.

Door gebruik te maken van de verplichte waarderingsregels voor periodieke uitkeringen kon in dit voorbeeld dus in twee jaar 867 euro aan box 3 belasting bespaard worden. In tijden waarin u nul komma nul rente op uw geld krijgt, is dat toch mooi meegenomen. De besparing in absolute euro's is bescheiden. Uiteraard zijn ook grotere besparingen in de sfeer van box 3 denkbaar. Zie hiervoor deel .. themareeks waarin wordt uitgelegd wat het effect kan zijn van het geld inbrengen in een eigen BV.

Recht op uitkering in box 3

In het voorbeeld hiervoor is gewerkt met een recht op periodieke uitkering dat gewoon vast was. Vaak worden periodieke uitkeringsrechten gekoppeld aan het in leven zijn van één of twee personen, meestal: de ouder of de ouders gezamenlijk. Ook daar gelden specifieke waarderingsregels voor. Die regels hebben ook een 4 procent rendement denken als basis, dus ook die leiden tot een relatief lage waardering als zo'n recht op uitkering in box 3 zit. Bovendien houden die regels geen rekening met de kredietwaardigheid en de gezondheidstoestand. Het is dus echt een forfait.

Onder omstandigheden bieden de specifieke waarderingsregels dus zeker een kans om de box 3 belasting enigszins te verlagen. Het is maar dat u het weet!

Gerelateerde artikelen

Wilt u weten welke (on)mogelijkheden box 3 heeft?

In ons box 3 thema gaan wij in op vragen die u wellicht heeft met betrekking tot box 3.

Lees onze tips

Vermogensupdate

En wilt u nieuwe inzichten rondom vermogensbehoud en vermogensoverdracht?

Lees onze vermogensupdate