article banner
COVID-19

Fiscale maatregelen coronavirus

Mr. Geert de Jong Mr. Geert de Jong

Het coronavirus heeft een wereldwijde impact. De financiële gevolgen kunnen groot zijn voor u en uw onderneming. Het kabinet kwam in maart 2020 al snel met diverse fiscale maatregelen. Denk aan de NOW-regeling, versoepeling van het urencriterium voor zzp’ers, deblokkeren van de G-rekening, etc. Op 21 januari heeft het kabinet diverse steunmaatregelen verlengd en enkele uitbreidingen geïntroduceerd. Op deze pagina leest u een toelichting op de diverse nu geldende fiscale maatregelen.

Fiscale maatregelen die mogelijk voor u relevant zijn:

Verzoek om uitstel betaling belasting

Tot 1 juli 2021 kan er bijzonder uitstel van betaling worden aangevraagd voor belastingaanslagen. Indien er al bijzonder uitstel van betaling is verleend, kan worden gevraagd om de termijn te verlengen. Vanaf 1 oktober 2021 begint de ondernemer met het aflossen van de belastingschuld, via een betalingsregeling die 60 maanden duurt.

Voorwaarde voor de betalingsregeling is dat bedrijven “tijdig voldoen aan de nieuw opkomende verplichtingen”. Denkt u hierbij aan het tijdig doen van aangifte en het betalen van de aanslag (na de uitstelperiode).

Deze aanvraag kan worden gedaan voor de aanslagen:

  • inkomstenbelasting
  • vennootschapsbelasting
  • omzetbelasting
  • loonheffingen 
  • kansspelbelasting
  • accijns
  • verbruiksbelasting alcoholvrije dranken
  • assurantiebelasting
  • verhuurderheffing
  • energiebelasting en andere milieubelastingen en vergelijkbare belastingen in Caribisch Nederland
  • bpm (sinds 1 mei 2020 als u een bpm-vergunninghouder bent)

Voor de energiebelasting is een aparte regeling getroffen zodat het uitstel ook voordeel oplevert voor afnemers van elektriciteit en aardgas die in de financiële problemen komen.

Vereisten
In het verzoek vraagt u om uitstel van betaling in verband met de uitbraak van corona. Het aanvragen van uitstel van betaling kan gedaan worden via de website van de Belastingdienst met een online formulier. Kunt u het verzoek niet online doen, dan is een schriftelijk verzoek ook toegestaan.  

Nadat de Belastingdienst het verzoek heeft ontvangen, stopt de Belastingdienst met invorderingsmaatregelen. U krijgt automatisch uitstel van betaling tot 1 juli 2021.

Verlenging
Mogelijk is een eerder verleend uitstel betalingsuitstel van 3 maanden voor u nog te kort. U kunt dan verzoeken om verlenging van het verleende uitstel. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt voor openstaande belastingaanslagen tot een totaalbedrag van € 20.000 en een totaalbedrag dat hoger is.

Bij een openstaande schuld tot € 20.000 moet u bewijsstukken toezenden waaruit blijkt dat de omzetcijfers of de bestellingen/reserveringen aanzienlijk zijn gedaald ten opzichte van vorige maanden c.q. dat opdrachten / boekingen zijn verminderd.

Heeft u een schuld hoger dan € 20.000? Dan heeft de Belastingdienst een verklaring nodig van een zogenaamde derde-deskundige zoals een accountant, fiscalist of brancheorganisatie. De deskundige moet aannemelijk maken dat de financiële problemen hoofdzakelijk zijn ontstaan door de coronacrisis en dat de liquiditeitsproblemen bestaan op het moment van uitstelverzoek bestaan of kort daarna. De verklaring van de derde-deskundige moet een liquiditeitsprognose bevatten welke door de deskundige aannemelijk wordt geacht.

Geen bonussen / dividenden / inkoop aandelen
Voor uitstel langer dan 3 maanden geldt de eis dat de ondernemer verklaart geen bonussen en / of dividenden uit te zullen keren, of eigen aandelen in te zullen kopen.

Stopzetten invordering

De invordering van de belastingschuld zet de Belastingdienst stop zodra het verzoek is ontvangen door de Belastingdienst. Inhoudelijke en individuele beoordeling van het verzoek vindt later plaats.

Verlaging invorderingsrente

De invorderingsrente over het bedrag waarvoor uitstel wordt verleend is tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Deze maatregel duurt vooralsnog tot 31 december 2021. Vanaf 1 januari zal de invorderingsrente stapsgewijs omhoog gaan:

  • 1% vanaf 1 januari 2022;
  • 2% vanaf 1 juli 2022;
  • 3% vanaf 1 januari 2023; en
  • 4% vanaf 1 januari 2024

Verlaging belastingrente

De Belastingdienst rekent belastingrente als de aanslag te laat wordt vastgesteld, bijvoorbeeld omdat belastingplichtige niet op tijd of niet voor het juiste bedrag aangifte heeft gedaan. Het tarief van de belastingrente is 8% voor de vennootschapsbelasting en 4% voor andere belastingen. De belastingrente over de vennootschapsbelasting zal tot en met 31 december 2021 ook 4% bedragen i.p.v. de gebruikelijke 8%.

Geen verzuimboete

De Belastingdienst rekent tijdens het uitstel geen verzuimboete voor het niet (op tijd) betalen. Dit vervalt zodra de uitstel van betaling afloopt.

Melding betalingsonmacht

Voor bestuurders van vennootschappen bestaat het risico dat zij hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor onder andere de niet-voldane loonbelasting- en omzetbelastingschulden.

Deze aansprakelijkheidsstelling is te voorkomen door tijdig (binnen twee weken nadat de heffing voldaan had moeten zijn) schriftelijke betalingsonmacht te melden bij de Belastingdienst. Het Ministerie van Financiën heeft op 7 april 2020 evenwel goedgekeurd dat een aparte melding betalingsonmacht niet meer nodig is als u om uitstel van betaling in verband met de coronacrisis gaat vragen voor loonheffingen en/of omzetbelasting van een rechtspersoon die onder de vennootschapsbelasting valt. Dit geldt voor zowel de al verstreken tijdvakken als voor de toekomst.

Sanering

Ondanks het versoepelde beleid met betrekking tot het bijzonder uitstel van betaling en de betalingsregeling van 60 maanden verkeren veel gezonde bedrijven alsnog in een moeilijke financiële situatie. Ondernemers zullen niet altijd in staat zijn om de verschuldigde (belasting)schulden volledig af te kunnen lossen.

De Belastingdienst is van plan om samen met schuldeisers en schuldhulpverleners te kijken naar mogelijkheden voor een soepelere en efficiëntere behandeling van saneringsverzoeken van ondernemers. De verwachting is dat in het tweede kwartaal van 2021 richtlijnen voor een soepele en efficiënte behandeling van saneringsverzoeken zullen worden gepubliceerd.

U kunt als ondernemer verzoeken om de behandeling van het saneringsverzoek aan te houden in afwachting van de nieuwe richtlijnen.

Verlaging voorlopige aanslag inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting 2020

Heeft u de verwachting dat de winst over 2021 – al dan niet door de Coronacrisis – lager uitvalt dan de winst waarop een eerder opgelegde voorlopige aanslag was gebaseerd, dan kunt u de Belastingdienst verzoeken om de voorlopige aanslag 2021 te verlagen. Dit dient via de reguliere digitale weg te geschieden; vanzelfsprekend kunnen we u hierbij behulpzaam zijn.

Deblokkeren G-rekening

Bedrijven die personeel uitzenden, uitlenen of detacheren en g-rekeningen gebruiken, kunnen bij de Belastingdienst verzoeken om het tegoed op deze rekeningen te deblokkeren. In normale situaties kan daarmee alleen het overschot op de g-rekening worden vrijgegeven. Om ondernemingen die geraakt zijn door de coronacrisis tegemoet te komen, zoals de bouw en de uitzendbranche, kunnen tijdelijk ook bedragen worden vrijgegeven die zijn gereserveerd voor de loonheffing of btw.
Dit versoepelde beleid voor het deblokkeren van de G-rekening loopt af op 1 januari 2023.

Actualiteiten

Gebruikelijk loon DGA

Door de coronacrisis zien veel ondernemers hun omzet flink teruglopen. Voor een directeur-grootaandeelhouder (dga) kan het dan aantrekkelijk zijn om zijn salaris van de vennootschap te verlagen, zodat minder loonbelasting is verschuldigd. Maar let op! Op grond van de zogenoemde gebruikelijkloonregeling mag een dga zijn salaris niet zo maar verlagen, dus ook niet als de omzet van de vennootschap flink is teruggelopen. Het kabinet vindt dat gezien de coronacrisis echter onredelijk en komt daarom met een tegemoetkoming.

Goedkeuring

Het kabinet keurt daarom goed dat dga’s die te maken krijgen met een omzetdaling in 2021 van een lager gebruikelijk loon mogen uitgaan, evenredig met de omzetdaling. Daarbij wordt op grond van een op 21 januari verschenen kamerbrief gekeken naar de omzet over heel het jaar 2021, die vervolgens wordt vergeleken met de omzet over heel 2019.
Als extra voorwaarde ten opzichte van 2020 geldt dat er minimaal een omzetverlies van 30% moet zijn gerealiseerd om van deze maatregel gebruik te kunnen maken.
In formule:

Gebruikelijk loon 2021 = A x B/C

  • A = het gebruikelijk loon over 2019
  • B = de omzet* over heel 2021
  • C = de omzet* over heel 2019

*Het gaat daarbij om de omzet exclusief de omzetbelasting.

Voorbeeld

Stel u uw gebruikelijk loon over 2019 was € 120.000. De omzet over 2019 was € 2.400.000. Door de coronacrisis is uw omzet over het gehele jaar 2021 gedaald tot € 1.500.000. Uw gebruikelijk loon voor 2021 bedraagt dan:

€ 120.000 x 1.500.000/2.400.000 = € 75.000

Om van deze regeling gebruik te maken gelden de volgende voorwaarden (besluit staatssecretaris):

  1. De rekening-courantschuld of het dividend neemt niet toe als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.
  2. Als de AB-werknemer feitelijk meer loon heeft genoten dan volgt uit bovenstaande berekeningen, geldt dat hogere loon. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als een BV voor de AB-werknemer gebruikmaakt van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW). Een eventuele uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) vormt geen genoten loon uit de dienstbetrekking en heeft daarom geen gevolgen voor het gebruikelijk loon.
  3. Deze regeling geldt niet voor zover de omzet in het jaar 2019, 2020 of 2021 beïnvloed is door andere bijzondere oorzaken, zoals oprichting, staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.

Versoepeling van het urencriterium

Bent u ondernemer voor de inkomstenbelasting? Dan weet u waarschijnlijk dat u onder voorwaarden aanspraak kunt maken op verschillende ondernemersfaciliteiten. Denk daarbij aan de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek en de FOR (fiscale oudedagsreserve). Voor een aantal van deze faciliteiten is nodig dat u voldoet aan het zogenoemde urencriterium: u besteedt per kalenderjaar ten minste 1.225 uren aan uw onderneming. Als gevolg van het coronavirus kunt u wellicht ook in 2021 niet voldoen aan het urencriterium. Om uw ondernemersfaciliteiten niet te verliezen, heeft de staatssecretaris geregeld dat u in de periode tussen 1 januari en 1 juli 2021 verondersteld wordt per week ten minste 24 uren aan uw onderneming te hebben besteed (het wekelijkse gemiddelde om op jaarbasis op 1.225 uren uit te komen, met een afronding in uw voordeel). Maakt u gebruik van de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, dan geldt in principe een ‘verlaagd urencriterium’ van 800 uren. In de periode 1 januari en 1 juli 2021 wordt u op grond van deze aanvullende maatregel geacht ten minste 18 uren per week te hebben gewerkt in uw onderneming. Als u sterk seizoengebonden werkzaamheden verricht met een piek in de periode 1 januari tot en met 1 juli, wordt u geacht in dezelfde periode in 2021 een gelijk aantal uren te hebben besteed als in de periode van 1 januari tot en met 1 juli 2019.

Vanaf 1 juli 2021 wordt voor het urencriterium weer gekeken naar de daadwerkelijke uren die zijn besteedt aan de onderneming.

Verhoging vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR)

Als werkgever kunt u binnen de vrije ruimte vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers geven zonder dat deze belast worden met loonheffing. Denk hierbij aan kerstpakketten, bedrijfsuitjes, etc. Ook in 2021 kunt u weer gebruik maken van de verhoging van de vrije ruimte tot een fiscale loonsom tot €400.000.

De vrije ruimte bedraagt in 2021 3% voor de eerste € 400.000 loonsom en voor de loonsom daarboven 1,18%.

Vaste (reis)kostenvergoeding

De werkgever kon voorheen een vaste vergoeding bieden aan de werknemer voor de gemaakte (reis)kosten. Door de coronacrisis kan het zijn dat de werknemers minder (reis)kosten hebben. Het kabinet heeft besloten dat thuiswerken door de coronacrisis geen invloed heeft op de vaste (reis)kostenvergoeding. De werkgever mag tot 1 oktober 2021 blijven uitgaan van het (reis)patroon waarop de vergoeding was gebaseerd. Hierbij is de voorwaarde dat deze vaste vergoeding al vaststond op 12 maart 2020.

Thuiswerkvoorzieningen

Veel werkgevers hebben voorzieningen zoals een laptop, beeldscherm of mobiele apparatuur gekocht ter beschikking gesteld aan werknemers zodat die kunnen thuiswerken.

Wanneer het gaat om hulpmiddelen die volgens u als werkgever noodzakelijk zijn om goed thuis te kunnen werken (noodzakelijkheidscriterium), hoeven de kosten hiervan niet meegeteld te worden bij het belastbaar loon van uw werknemers.

Als werkgever mag u voor het thuiswerken bepaalde ARBO-zaken belastingvrij vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen. Bijvoorbeeld een bureau of bureaustoel.

Coronareserve

Verwacht u als gevolg van de coronacrisis een verlies over 2020? Dan kunt u – op grond van een op 24 april door staatssecretaris Vijlbrief bekendgemaakte maatregel – dit verlies al als aftrekpost in uw aangifte vennootschapsbelasting over 2019 verwerken. Deze maatregel kan u helpen liquiditeitsproblemen te voorkomen.

Algemeen
Een verlies van uw vennootschap over 2020 kan op basis van de wet op de vennootschapsbelasting worden verrekend met een winst over 2019 (carry back). Daarvoor is nodig dat de aangifte over 2020 is ingediend en de aanslag over 2019 definitief is vastgesteld. Aangezien u de aangifte over 2020 op zijn vroegst pas begin 2021 kunt indienen, moet u dus geruime tijd wachten op de teruggaaf. Het kabinet vindt dat onder de huidige crisisomstandigheden ongewenst.

Coronareserve
In de zoektocht naar mogelijkheden om de liquiditeitsproblemen in verband met de coronacrisis te voorkomen of verminderen, heeft het kabinet besloten om goed te keuren dat een verwacht verlies over 2020 alvast ten laste van de winst over 2019 kan worden gebracht door middel van de vorming van een ‘coronareserve’. Voor de goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:

  • Er is sprake van een verwacht ‘coronagerelateerd verlies’ in het boekjaar 2020. Dat is bijvoorbeeld het geval voor zover sprake is van een verlies door omzetderving vanwege de door de overheid genomen coronamaatregelen.
  • Het verwachte coronagerelateerde verlies kan niet groter zijn dan het totale verlies verwacht over het boekjaar 2020. De belastingplichtige maakt zelf een zo goed mogelijke inschatting van de verwachte omvang van het coronagerelateerde verlies.
  • De dotatie aan de coronareserve in het boekjaar 2019 bedraagt maximaal de winst over het boekjaar 2019 die zou gelden zonder de vorming van deze reserve.
  • De reserve wordt uiterlijk in het boekjaar 2020 volledig in de winst opgenomen.

Beroep op goedkeuring
Als u een beroep wilt doen op deze goedkeuring kan dat door middel van een verzoek tot herziening van de voorlopige aanslag 2019 (al dan niet via indienen van de aangifte 2019). Als uw aangifte over 2019 al is ingediend en u gebruik wilt maken van de goedkeuring, kunt u een gewijzigde aangifte indienen.

Gebroken boekjaren
Hanteert u een boekjaar dat niet gelijk is aan het kalenderjaar, dan kan in het laatste boekjaar dat eindigt in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2020 een fiscale coronareserve worden gevormd. De reserve wordt in dat geval uiterlijk in het boekjaar na het boekjaar waarin de reserve is gevormd volledig in de winst opgenomen.

Let op
De mogelijkheid een coronareserve te vormen, geldt alleen voor belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting.

Uitstel wet excessief lenen bij de eigen vennootschap

Heeft u als dga een schuld van € 500.000 lening (een eigenwoningschuld niet meegerekend) bij de eigen bv, dan weet u waarschijnlijk dat de staatssecretaris een wetsvoorstel heeft aangekondigd die het surplus boven de genoemde € 500.000 direct belast. De inwerkingtreding van deze wet was bepaald op 1 januari 2022. Vanwege de coronacrisis heeft de staatssecretaris bepaald dat deze wet een jaar wordt uitgesteld, dus tot 1 januari 2023. Door deze maatregel heeft u een jaar langer de tijd (namelijk tot 31 december 2023; de eerste peildatum) om uw schuld aan uw bv te verlagen.

Betaalpauze voor hypotheekverplichtingen (consument)

Door de coronacrisis kan het zijn dat een consument de aflossingsverplichting van de hypotheek niet kan nakomen. Volgens de wetgeving moet een betalingsachterstand die op 31 december 2020 ontstaat door een betaalpauze, uiterlijk 31 december van het volgende jaar worden ingelopen.

Indien er niet kan worden voldaan aan de aflossingsverplichting voor de hypotheekrenteaftrek in het volgende jaar, dan kan er onder voorwaarden alsnog recht op aftrek behouden indien er met de geldverstrekker een nieuw aflossingsschema wordt afgesproken en deze op 1 januari 2022 ingaat.

Het kabinet heeft echter besloten om een goedkeuring te verlenen zodat de geldverstrekker samen met u al eerder dan 1 januari 2022 (of 1 januari 2023 als de eerste termijn van de betaalpauze betrekking heeft op de termijn van januari 2021) een nieuw aflossingsschema overeen kan komen. 

Deze goedkeuring geldt voor betaalpauzes die aan de volgende 3 voorwaarden voldoen:

  • U meldt zich in de periode van 12 maart 2020 tot en met 30 september 2021 bij uw geldverstrekker. Of u heeft zich in die periode daar gemeld.
  • De betaalpauze voor uw hypotheek gaat uiterlijk in op 1 oktober 2021
  • Uw betaalpauze duurt maximaal 12 maanden. En u heeft een schriftelijke bevestiging van uw geldverstrekker

Vrijstelling voorraadsubsidie

Door de in december 2020 aangekondigde lockdown krijgt de gesloten detailhandel te kampen met voorraden die niet kunnen worden verkocht, of die minder waard zijn geworden, op het moment dat de winkels weer open gaan. Winkeliers krijgen hiervoor als tegemoetkoming een eenmalige Opslag Voorraad Gesloten Detailhandel (VGD). Deze opslag is afhankelijk van de omzetverlies en komt bovenop de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL).

De staatssecretaris heeft goedgekeurd dat de subsidie voor de TVL, inclusief de opslag voor de voorraad van gesloten detailhandel is vrijgesteld van vennootschapsbelasting- en inkomstenbelasting.

Herinvesteringsreserve

Heeft u met de verkoop van een bedrijfsmiddel een boekwinst gerealiseerd? Dan kan u onder bepaalde voorwaarden deze winst reserveren in een herinvesteringsreserve. Deze kan vervolgens worden afgeboekt op een nieuw bedrijfsmiddel waarin wordt geïnvesteerd. Hierbij gelden diverse voorwaarden. Een van die voorwaarden is dat de herinvestering binnen 3 jaar plaatsvindt nadat de herinvesteringsreserve is gevormd. Een uitzondering op deze voorwaarde is als sprake is van een ‘bijzondere omstandigheid’ waardoor niet aan de 3-jaarstermijn kan worden voldaan. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het coronavirus kan worden bestempeld als ‘bijzondere omstandigheid’. Aan de overige voorwaarden moet wel zijn voldaan. Er moet een begin van uitvoering zijn gegeven aan de aanschaffing, voortbrenging of aankoop van het bedrijfsmiddel waarin wordt geherinvesteerd.  

Voor de herinvesteringsreserve en voor de doorschuiving van te conserveren inkomen bij is van belang of sprake is van vervreemding die een gevolg is van overheidsingrijpen. Als sprake is van overheidsingrijpen dan zijn er ruimere mogelijkheden om een herinvesteringsreserve te vormen en af te boeken. De vraag is voorgelegd of de ruiming van pelsdieren wegens COVID-19 in combinatie met de vervroegde inwerkingtreding van de Wet verbod pelsdierhouderij wordt aangemerkt als overheidsingrijpen. De staatssecretaris van financiën keurt goed dat de ruiming van pelsdieren wegens COVID-19 mede in het zicht van de vervroegde inwerkingtreding van de Wet verbod pelsdierhouderij kwalificeert als overheidsingrijpen.

Vrijstelling schenkbelasting tijdelijk verhoogd

Vanwege het coronacrisis is het bedrag dat iemand belastingvrij aan een ander mag schenken in 2021 tijdelijk met €1000 verhoogd. Dit geldt ook voor de schenkingsvrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen.

De (tijdelijke) verhoogde vrijstellingen zijn als volgt:

  • Voor een schenking aan een ander, denk aan een vriend, familielid (geen kind-ouder relatie) of ondernemer, geldt een schenkingsvrijstelling van €3.244.
  • Voor de schenking van ouders aan kinderen geldt een schenkingsvrijstelling van €6604.

De verhoogde vrijstellingen gelden van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.

Bel gerust voor vragen

Heeft u vragen over bovenstaande fiscale maatregelen of heeft u andere vragen over de maatregelen die de overheid heeft getroffen voor ondernemers in het kader van de coranacrisis? Neem dan contact met ons op.