article banner
Brexit

Consequenties van een no deal Brexit voor financiële verslaggeving

Brexit

Met 29 maart 2019, de dag dat de Brexit in werking treedt, in het vooruitzicht heerst er nog steeds onzekerheid over de vraag of het Verenigd Koninkrijk (VK) in staat is om een terugtrekkingsovereenkomst uit te onderhandelen. Waarmee de gevolgen van de Brexit enigszins zijn te verzachten.

Voor het management van een onderneming is het daarom zonder meer van belang om de impact van een 'no deal-scenario' te overwegen en te analyseren. Een no deal-scenario is een situatie waarin het VK onmiddellijk handelt met de EU op voorwaarden van de Wereldhandelsorganisatie, zonder enige overgangsregeling.

In eerste instantie denkt u misschien dat de Brexit als een kwestie van het Verenigd Koninkrijk moet worden beschouwd. De realiteit is echter dat de Brexit ook effect heeft op alle ondernemingen die handelen met - of activiteiten verrichten in het VK.

De onzekerheden en risico's die voortkomen uit de Brexit worden naar verwachting onderzocht door toezichthouders in Europa en overige instanties die op het gebied van regelgeving actief zijn.

Met dit in gedachten analyseren wij in dit artikel de potentiële impact die de Brexit heeft op het gebied voor de financiële verslaggeving. Deze analyse gaat met name uit van een no deal-scenario.

Actualiteiten

Het no deal-scenario

Een no deal scenario wordt over het algemeen gezien als het meest verstorende scenario. Omdat dit scenario voor een aantal ingrijpende (en onmiddellijke) veranderingen zorgt voor zowel het VK als voor de  EU-lidstaten.

Bij dit scenario is geen sprake van een overgangsperiode;

  • er zal geen overeenkomst worden gesloten met betrekking tot de grens tussen Noord-Ierland - dat officieel een deel van het VK is - en de Republiek Ierland; er zal geen EU-erkenning komen voor de Britse regelgevende systemen;
  • er zal geen overeenkomst zijn over EU- en Britse burgers rechten;
  • en er zal geen sprake meer zijn van deelname van het VK aan de door de EU afgesloten internationale overeenkomsten.

Het VK zal in dit scenario op 29 maart 2019 (12.00 uur Midden-Europese tijd) beginnen te handelen op basis van de voorwaarden van de Wereldhandel Organisatie.

Bij inschatting van de impact van een no deal-scenario moet u rekening houden met onder andere:

  • De mogelijkheid van entiteiten die actief zijn in het VK te kunnen blijven opereren onder het EU regelgevende systeem als het VK niet langer deel uitmaakt van de interne markt van de EU.
  • Verhoogde douanerechten tussen het VK en de EU. Dit zal de marges van ondernemingen beïnvloeden als zij niet in staat zijn om deze hogere kosten vervolgens door te berekenen aan hun klanten.
  • Andere niet-tarifaire belemmeringen en kosten, inclusief aanvullende douaneadministratie en de kosten van extra wettelijke vereisten waaraan moet worden voldaan.
  • Kristallisatie van bepaalde (latente) belastingverplichtingen aan het einde van het jaar en de mogelijkheid van de entiteit om ze af te wikkelen.
  • Langere doorlooptijd bij import en export van goederen door Britse en Europese grenzen en het potentiële effect daarvan op het productieproces.
  • Mogelijk verlies van werknemers of hogere kosten om deze te behouden.
  • Recessie of inkrimping van Britse of EU-markten, met invloed op de vraag naar goederen en diensten.

Impact op rapportages van de onderneming

De belangrijkste uitdaging met betrekking tot de Brexit is de verwerking van de hiermee samenhangende onzekerheid over de vraag of en in hoeverre het VK en de EU in staat zijn om een terugtrekovereenkomst af te sluiten. En welke voorwaarden hierin worden opgenomen. Aan de hand daarvan kan worden nagegaan welk effect de Brexit uiteindelijk heeft op economische en regelgevingsaspecten waar ondernemingen mee te maken hebben.

Zo is het bijvoorbeeld de vraag wat er nu gebeurt met Britse ondernemingen met grensoverschrijdende activiteiten in de EU (en omgekeerd) als sprake is van een no deal-scenario. Dergelijke vragen zijn niet makkelijk te beantwoorden en het antwoord hangt af van de feiten en omstandigheden van de individuele onderneming.

Gebieden waar deze onzekerheid omtrent de Brexit naar verwachting het meeste effect heeft, zijn de gebieden die in grote mate afhankelijk zijn van schattingen van het management. Deze gebieden zijn onder meer:

Kwestie Voorstel
Continuïteit

Bij beoordeling van de continuïteit van een onderneming moet het management alle beschikbare informatie over de toekomst in overweging nemen, welke ten minste maar niet gelimiteerd is tot 12 maanden na balansdatum. Bij het maken van veronderstellingen over de toekomst moet het management alle informatie met betrekking tot de Brexit die beschikbaar is tot de datum van vaststelling van de jaarrekening in overweging nemen, inclusief de potentiële impact van een no deal-scenario.

Bestaat er op de datum van vaststelling van de jaarrekening nog steeds onzekerheid over een eventueel af te sluiten terugtrekkingsakkoord? Dan moet het management een scenario-analyse opstellen waarin rekening wordt gehouden met de impact van een no deal Brexit als een dergelijk scenario van materiële invloed kan zijn op de onderneming.

Bijzondere waardevermindering van niet-monetaire activa en bepaling van realiseerbare waarde van het actief

Bij beoordeling van al dan geen bijzondere waardevermindering kan het risico dat samenhangt met de Brexit-onzekerheid worden verwerkt in of de toekomstige kasstromen of in de disconteringsvoet. Het is niet mogelijk om deze onzekerheid in beide elementen te verwerken.

Wanneer het management concludeert dat een redelijkerwijs mogelijke wijziging in een of meer van de gehanteerde veronderstellingen gebruikt in de schatting van de realiseerbare waarde resulteert in een bijzondere waardevermindering, of materiële wijziging van de boekwaarde van het actief, of de kasstroomgenererende eenheid, dan wordt deze impact toegelicht in de jaarrekening.
Wanneer de uitkomst van deze beoordeling een significante impact kan hebben op het risico dat voortvloeit uit een no deal Brexit, dan moet het management de scenario- en gevoeligheidsanalyse toelichten inclusief hun beoordelingen en de belangrijkste gehanteerde veronderstellingen.

Bijzondere waardevermindering van financiële instrumenten

Indien IFRS 9 wordt toegepast, moet het management van ondernemingen rekening houden met de potentiële impact van de Brexit op verwachte kredietverliezen die op basis van IFRS 9 moeten worden opgenomen als kredietverlies of -voorziening. Dit geldt zowel voor financiële vaste activa als ook voor bijvoorbeeld debiteuren. IFRS 9 vereist specifiek dat verwachte kredietverliezen worden gemeten op basis van een gewogen gemiddelde (met als gewicht de kans op default) gedurende de looptijd. Als de Brexit de verwachte kredietverliezen vergroot dan heeft dit invloed op de onder IFRS 9 gevormde voorzieningen (voor kredietverliezen).
Onder NL GAAP worden mogelijke bijzondere waardeverminderingen van financiële activa gebaseerd op het incurred loss model. De verwachting is dat dan bijzondere waardevermindering weinig tot geen effect heeft op boekjaar 2018, maar op latere boekjaren.
Daarnaast moet ook enige aandacht worden besteed aan de waardering van activa die door de onderneming als zekerheid zijn verpand.

Berekeningen van de verwachte kredietverliezen moeten gebaseerd zijn op de verwachtingen van het management per balansdatum. De verwachtingen per balansdatum worden overigens niet gewijzigd op basis van informatie die na balansdatum wordt verkregen.

Bepaling van de reële waarde van activa en passiva waar er beperkte of geen observeerbare inputs zijn

In hiërarchieschalen 3, en soms ook 2, van IFRS 13 moet de reële waarde deels worden bepaald op basis van niet-observeerbare input bij het vaststellen van de reële waarde. Deze input is onderhevig aan dezelfde onzekerheid die samenhangt met de Brexit, zoals ook in het voorbeeld hierboven - Bijzondere waardevermindering van vaste activa - is beschreven.

Schattingen van de reële waarde moeten een goede weerspiegeling zijn vanuit het perspectief van een marktdeelnemer (willekeurige derde) betreffende de waardering van een actief of een schuld. Dit in tegenstelling tot de bepaling van de bedrijfswaarde bij een impairment test, waar deze bedrijfswaarde is gebaseerd op inschattingen van het management ten aanzien van toekomstige kasstromen. Daarom is het niet toegestaan om aanpassingen in veronderstellingen van de markt die na balansdatum plaats vinden mee te nemen in de schatting per balansdatum van de reële waarde. Dit geldt zowel onder IFRS als onder NL GAAP.

Belastingvorderingen en latente belastingvorderingen en verplichtingen

Momenteel is binnen de EU sprake van een aantal belastingvrijstellingen en -verminderingen als gevolg van diverse EU-richtlijnen, die in nationale wetgeving zijn geïmplementeerd. Deze vrijstellingen en verminderingen zijn van toepassing op transacties waarbij ondernemingen zijn betrokken die binnen de EU zijn gevestigd.
In het geval van een no deal-scenario is het waarschijnlijk dat deze belastingvrijstellingen en -verminderingen niet langer van toepassing zijn. Zowel voor ondernemingen in het VK als ondernemingen binnen de EU die activiteiten verrichten in/met het VK.
Een no deal-scenario kan leiden tot het opnemen van bepaalde belastingverplichtingen waarvan voorheen geen sprake was - door bijvoorbeeld een vrijstelling - of welke voorheen als latente belastingplicht of -vordering waren opgenomen.
Wij zijn van mening dat dit alleen zal gebeuren als de hoedanigheid van de belastingplichtige daadwerkelijk wijzigt. Er zal op dit punt dus geen belastingvordering of -last worden ontstaan voordat de Brexit daadwerkelijk plaatsvindt.

De onzekerheid is inherent aan de eventuele wijziging van toekomstige belastingwetten of fiscale behandeling naar aanleiding van de Brexit (in dit geval de wijziging in behandelding op basis van de Brexit). De meest geschikte aanpak lijkt om deze onzekerheden te ondervangen door het toelichten van de onzekerheden met betrekking tot belastingen in de jaarrekening.

Als onderdeel van het anticiperen op een no deal-scenario zal het management de potentiële belastingverplichtingen die kunnen ontstaan naar aanleiding van de Brexit kwantificeren voor zover dit mogelijk en voorzienbaar is. Als de potentiele belastingverplichting (naar aanleiding van de Brexit) materieel is moet deze worden toegelicht, tezamen met de onzekerheden die hieraan ten grondslag liggen.

Daarnaast moet het management overwegen om voorwaardelijke belastingverplichtingen als niet uit de balans blijkende verplichting toe te lichten.

De belangrijkste uitdagingen met betrekking tot de Brexit zijn de onzekerheden over het al dan niet afsluiten van een terugtrekovereenkomst tussen de EU en het VK, en het inschatten welke impact dit heeft op de regelgeving en de  economische omstandigheden waar de door de Brexit geraakte ondernemingen mee te maken hebben.

Neem contact op

Heeft u vragen naar aanleiding van Brexit in relatie tot IFRS, neem dan contact op met één van onze IFRS-specialisten. Heeft u vragen over de voorbereiding van uw onderneming op Brexit? Lees meer op onze Brexit hub.

Blijf op de hoogte van de Brexit ontwikkelingen

Lees meer artikelen over Brexit

Lees meer over een no deal Brexit-scenario

Actuele en ondernemingsrechtelijke aspecten van Brexit

De Britse premier Theresa May heeft voor de tweede keer uitstel gekregen van de Europese regeringsleiders. Een chaotische Brexit op 12 april 2019 is net op tijd voorkomen. Dit betekent niet dat Brexit van de baan is. Het biedt wel de mogelijkheid om u beter te oriënteren en u voor te bereiden op de gevolgen van Brexit voor uw onderneming en de wijze waarop deze georganiseerd is. Daarom gaan we in dit derde deel - van een vierluik over juridische gevolgen van Brexit - in op een aantal ondernemingsrechtelijke onderwerpen die voor u en uw onderneming van belang kunnen zijn. Lees meer.

Internationaal contracteren bij ‘no deal’ Brexit

Heeft Brexit gevolgen voor uw bestaande handelsovereenkomsten? En zo ja, welke zijn dat dan? Hoe kunt u zich in de toekomst contractueel voorbereiden als u zaken doet met ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk, dat straks geen deel meer uitmaakt van de Europese Unie? Lees de longread.

Gegevensbescherming bij een ‘no deal Brexit’

Mag u na 29 maart 2019 nog wel persoonsgegevens uitwisselen met in het Verenigd Koninkrijk gevestigde ondernemingen of instellingen? En mag u deze data doorgeven aan een bedrijfsonderdeel van uw concern dat gevestigd is in het Verenigd Koninkrijk? Lees meer.

Consequenties van een no deal Brexit voor financiële verslaggeving

Met 29 maart 2019, de dag dat de Brexit in werking treedt, in het vooruitzicht heerst er nog steeds onzekerheid over de vraag of het Verenigd Koninkrijk (VK) in staat is om een terugtrekkingsovereenkomst uit te onderhandelen. Waarmee de gevolgen van de Brexit enigszins zijn te verzachten. Lees meer.

Btw terugvragen in het Verenigd Koninkrijk vanwege Brexit?

Heeft u in 2018 Britse btw betaald en wilt u die terugvragen? Dien dan zo snel mogelijk, maar voor 29 maart, uw elektronisch teruggaafverzoek in. Lees meer.