article banner
Coronavirus COVID-19

Juridische aspecten ten aanzien van het coronavirus

Jan van Ederen Jan van Ederen

Het coronavirus heeft grote gevolgen voor ondernemers en hun bedrijfsvoering en personeel. Veel van deze gevolgen leiden ook tot juridische vragen. Wij hebben voor u een overzicht van de belangrijkste vragen op juridisch gebied samengesteld.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)

Met directe ingang is de werktijdverkorting (wtv) stopgezet.

  • Indien toekenning vergunning heeft plaatsgevonden, dan blijft deze van kracht.
  • Bij eventuele verlenging moet gebruik gemaakt worden van de nieuwe regeling.
  • Wanneer wtv is aangevraagd maar u heeft nog geen antwoord ontvangen: u krijgt hierover bericht. Uw aanvraag voor de ingetrokken wtv wordt beschouwd als een aanvraag voor de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW).

Op 31 maart 2020 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid meer duidelijkheid gegeven over de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) voor werkgevers. De aanvraag voor subsidie NOW kunt u vanaf maandag 6 april 2020 digitaal indienen bij het UWV. Vanuit maatschappelijk perspectief vragen we u verantwoord om te gaan met het doen van aanvragen voor de NOW. Maak alleen gebruik van deze noodmaatregel als het echt nodig is voor uw onderneming en het behoud van uw werknemers. Voor ondersteuning bij het voorbereiden of indienen van aanvragen kunt u contact opnemen met ons crisisteam of met uw vaste contactpersoon. 

De belangrijkste punten zijn

Als u verwacht dat het percentage omzetverlies per 1 maart 2020 meer dan 20% is kunt u voor de Subsidie NOW in aanmerking komen. De subsidie bedraagt maximaal 90% van de door u te maken loonkosten over 3 maanden. Op basis van de aanvraag ontvangt u binnen 2-4 weken na aanvraag een voorschot op de subsidie van 80%.

1. de verwachte omzetdaling

  • De verwachte omzetdaling bedraagt tenminste 20%.
  • U dient aan te geven in welke aaneengesloten periode van drie kalendermaanden binnen de periode van 1 maart tot en met 31 juli 2020 een omzetdaling wordt verwacht (meetperiode). U kunt kiezen voor start van de meetperiode op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020 (bv. wanneer omzetdaling vertraagd zichtbaar is). De periode moet aaneengesloten zijn. Deze keuze van de startdatum moet bij de aanvraag worden gemaakt en kan niet meer worden gewijzigd (NB. Ongeacht deze keuze blijft de subsidie betrekking hebben over de loonkosten tussen maart en mei 2020).
  • De omzet in de meetperiode wordt vergeleken met de omzet in de referentieperiode. Referentieperiode is januari t/m december 2019 gedeeld door vier. Bestond de onderneming op 1 januari 2019 nog niet dan geldt een afwijkende omzetbepaling.
  • Per aanvraag dient u de te verwachten omzetdaling van de hele groep van ondernemingen aan te geven.
  • Niet van belang is of omzetdaling verband houdt met COVID-19.

2. De loonkosten 

  • De subsidie wordt in beginsel gebaseerd op de loonsom van januari 2020 en bedraagt per maand maximaal 90% van de loonsom over januari 2020.
  • Per loonheffingennummer kunt u een aanvraag doen. Zijn er meerdere loonheffingsnummers, dan kunt u meerdere aanvragen doen.
  • Er moet sprake zijn van Nederlands SV-loon.
  • Subsidie is gemaximeerd op 2 x maximumdagloon per maand, oftewel € 9.538 per maand (per werknemer).
  • Ook vakantiebijslag en werkgeverslasten (forfaitaire opslag van 30%) worden gecompenseerd.
  • De subsidie ziet op de loonkosten over de periode maart tot en met mei 2020.

U dient uw medewerkers 100% van hun salaris te blijven betalen. Voorwaarde is dat u geen ontslag wegens bedrijfseconomische redenen aanvraagt. Doet u dit wel dan wordt de loonsomberekening gecorrigeerd met de loonsom van de werknemer plus een verhoging van 50% (boete). Deze correctie wordt toegepast bij alle ontslagaanvragen die in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 zijn ingediend.

Tenzij de DGA verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen valt deze buiten de NOW-regeling. In veel gevallen zal dus gelden dat een minderheidsaandeelhouder wel onder de NOW valt, en een meerderheidsaandeelhouder niet. Een meerderheidsaandeelhouder kan wel gebruik maken van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).

Voorschot op de Subsidie NOW

Er wordt gestreefd naar betaling van een voorschot binnen 2 à 4 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Het voorschot bedraagt 80% van de subsidie en wordt betaald in maximaal 3 termijnen.

Definitieve beslissing

De definitieve subsidie wordt vastgesteld op basis van de door u verstrekte gegevens. Als u uw verlies aan inkomsten te klein heeft ingeschat en dus te weinig tegemoetkoming ontvangen heeft, kunt u aanspraak maken op nabetaling. Heeft u te veel ontvangen? Dan zal het teveel uitgekeerde bedrag worden teruggevorderd.
De specialisten bij Grant Thornton helpen u graag bij het correct, snel en effectief invullen en indienen van de aanvraag. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet en kunnen bijsturen en adviseren als dat nodig is.

Hieronder vindt u enkele voorbeelden

Voorbeeld 1: werkgever die in 2019 het volledige jaar omzet heeft behaald
Een werkgever had een omzet in 2019 van gemiddeld € 100.000 per maand, ofwel € 1.200.000 over het gehele jaar. In de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020 – in dit voorbeeld de periode waarover de werkgever heeft aangegeven zijn omzetdaling berekend wil hebben – is zijn omzet gemiddeld € 70.000 per maand, ofwel € 210.000 over de gehele periode. In dit geval is de omzetdaling:
(€ 1.200.000 / 4) – € 210.000 = 0,30 = 30% (€ 1.200.000 / 4)

Voorbeeld 2: onderneming is gestart op 17 juli 2019
De in aanmerking te nemen omzet vanaf 1 augustus 2019 tot en met 29 februari 2020 bedraagt in totaal € 140.000. In de maanden april tot en met juni 2020 – in de periode waarover de werkgever heeft aangegeven zijn omzetdaling berekend wil hebben – is zijn omzet gemiddeld € 10.000 per maand, ofwel € 30.000 over de gehele periode. In dit geval wordt de omzet over deze 7 maanden (augustus 2019 tot en met februari 2020) naar rato omgezet naar 3 maanden (€ 140.000 / 7 x 3 = € 60.000). Dat is de referentie-omzet. In dit geval is de omzetdaling:
€ 60.000 – € 30.000 = 0,50 = 50% € 60.000

Voorbeeld 3: correctie in verband met indienen ontslagaanvraag op of na 18 maart
In de berekening van het voorschot is uitgegaan van een loonsom van € 3.500.000 in januari 2020 (de referentiemaand). Op 4 april 2020 is er voor 100 werknemers een ontslagaanvraag ingediend (die niet tijdig is ingetrokken) wegens bedrijfseconomische redenen. Het loon van deze 100 werknemers bedroeg in de referentiemaand € 350.000. Dit bedrag, vermeerderd met een opslag van 50%, wordt in mindering gebracht op de loonsom die wordt gebruikt voor de definitieve hoogte van de subsidie. Wanneer dat dezelfde loonsom is van € 3.500.000, wordt hierop dus een bedrag in mindering gebracht van 1,5 x € 350.000 = € 525.000.

Gevolgen voor uw personeel

Wat zijn mijn verplichtingen als werkgever?

De werkgever is verantwoordelijk voor een veilige werkomgeving voor zijn werknemers. De werkgever moet risico’s op besmetting met het virus in kaart brengen, informatie met het personeel delen over hygiëne, bij voorkeur extra schoonmaak organiseren en desinfecterende middelen ter beschikking stellen aan het personeel. Het RIVM geeft adviezen en richtlijnen, en het advies is deze richtlijnen aan te houden en na te volgen.

Wat moet ik doen als een werknemer griepverschijnselen (hoesten en/of zere keel en/of koorts) vertoont?

De werknemer moet direct van de gebruikelijke werkplek naar huis worden gestuurd. Thuis dient de werknemer contact op te nemen met de huisarts.

Een van mijn werknemers is besmet met het virus. Wat nu?

Het is niet toegestaan om specifieke gezondheidsgegevens, dus dat de werknemer besmet is met het Coronavirus, te registeren. De werknemer dient zelf contact te onderhouden met de huisarts en/of de GGD. Geef de ziekmelding zo nodig door aan uw verzuimdiensten. Voor werknemers die besmet zijn met het virus, gelden de gebruikelijke regels voor loondoorbetaling bij ziekte. 

Een of meerdere huisgenoten of familieleden van mijn werknemer is/zijn ziek. Wat nu?

Uw werknemer heeft recht op 1 a 2 dagen calamiteitenverlof. Tijdens dit verlof, bedoeld zodat de werknemer bij acute nood (calamiteit) verlof kan opnemen, houdt de werknemer recht op zijn gebruikelijke loon. Na deze periode kan de werknemer eventueel gebruik maken van kortdurend zorgverlof. Deze verlofvorm is deels betaald, deels onbetaald. Voor kortdurend zorgverlof gelden bijzondere wettelijke regels, en soms ook regels uit een toepasselijke cao. Voor meer vragen over zorgverlof, neem contact met ons op. 

Kan calamiteitenverlof alleen worden ingezet om zieken te verzorgen?

Nee, calamiteitenverlof kan bijvoorbeeld ook goed worden toegepast voor een werknemer die normaal zijn kind naar school of de kinderopvang brengt, maar dat nu - gezien de sluiting van alle scholen en kinderopvangcentra op last van de overheid - niet meer mogelijk is. Calamiteitenverlof is slechts bedoeld voor 1 tot enkele dagen, om een oplossing te vinden voor een ontstane acute calamiteit. Deze periode kan de werknemer dus gebruiken om een andere vorm van opvang te regelen, niet als (langdurige) oplossing om zelf voor de kinderen te zorgen.

En daarna?

Daarna kan van de werknemer verlangd worden dat hij weer aan het werk gaat, eventueel indien mogelijk in aangepaste diensten of vanuit huis. Kortdurend zorgverlof kan in deze situatie niet worden gebruikt. U kunt uiteraard individuele afspraken maken met uw werknemer voor deels doorbetaald verlof in deze situatie.

In geval van vragen of bij behoefte aan nadere informatie, staan de volgende specialisten voor u klaar:

Anne Hofman     anne.hofman@nl.gt.com

Tessa Viragh      tessa.viragh@nl.gt.com

Bert Boermans   bert.boermans@nl.gt.com

John Boer           john.boer@nl.gt.com

Peter Peters        peter.peters@nl.gt.com

Gevolgen voor uw bedrijfsvoering

Het coronavirus heeft grote gevolgen voor ondernemers en hun bedrijfsvoering. Veel van deze gevolgen leiden ook tot juridische vragen. Wij hebben getracht in dit document een aantal vragen te benoemen en te beantwoorden. Wellicht herkent u zich in de vragen. Realiseert u zich wel dat de antwoorden algemeen zijn en niet zijn toegesneden op uw situatie. Het is altijd goed om contact met ons op te nemen om uw specifieke situatie te bespreken om zodoende ook een op uw situatie toegesneden antwoord te krijgen.

1 Contractuele verplichtingen

  1. Door het corona virus kan ik of afnemer/leverancier de gemaakte afspraken niet nakomen. Wat zijn mijn rechten en verplichtingen?
    Wat uw rechten en verplichtingen zal (als het goed is) in de overeenkomst met uw afnemer/leverancier staan. Kijk daarbij ook in de (mogelijk van toepassing verklaarde) algemene voorwaarden. Ook daarin zijn vaak bepalingen opgenomen over de gevolgen van het niet kunnen nakomen van de overeengekomen verplichtingen. Kijk met name in de hoofdstukken die gaan over het niet nakomen van de afspraken, overmacht en de mogelijkheid tot opschorting en retentie.

  2. Levert het niet kunnen nakomen van de verplichtingen door het coronavirus overmacht op?
    Raadpleeg in de eerste plaats de overeenkomst en de algemene voorwaarden. Daarin is vaak omschreven wat met overmacht wordt bedoeld. Het komt echter weinig voor dat een pandemie zoals het coronavirus wordt aangemerkt als overmachtssituatie in een overeenkomst of algemene voorwaarden. Voor overmacht moet er sprake zijn van een oorzaak die maakt dat in uw specifieke situatie het nakomen van de afspraken niet mogelijk is.

    Een partij die met succes een beroep op overmacht wenst te doen zal moeten kunnen aantonen, dat:
    - nakoming onmogelijk is geworden;
    - de onmogelijkheid buiten haar invloedsfeer ligt;
    - de gevolgen van de onmogelijkheid konden redelijkerwijs niet worden voorkomen;
    - de onmogelijkheid was onvoorzienbaar op het moment van contractsluiting;
    - wet noch overeenkomst bepaalt dat de niet-nakoming voor haar risico komt (bijv. garantiebedingen).

    Of een beroep op overmacht terecht is, is op voorhand niet met zekerheid te zeggen. Het is daarom aan te raden om voor ieder specifiek geval na te gaan of nakoming van de afspraken verantwoord is, dit aan uw klant of afnemer mee te delen en een en ander goed vast te leggen. Als u voorziet dat u niet zult kunnen leveren, is het aan te bevelen om proactief contact te zoeken met uw afnemer om te bespreken hoe de risico’s en gevolgen van het coronavirus kunnen worden verdeeld. Leg ook dit goed vast. 

  3. Zijn er nog andere mogelijkheden?
    Het algemene verbintenissenrecht biedt nog een aantal handvatten. In het bijzonder is een regel niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn (art. 6:248 lid 2 BW). Ook kan een overeenkomst worden gewijzigd of beëindigd door de rechter op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten (art. 6:258 lid 2 BW). Beide regels worden echter zeer terughoudend toegepast. Mocht de ziekte-uitbraak in een concrete situatie echter leiden tot min of meer “extreme” gevolgen dan kan een beroep op deze bepalingen wellicht toch kans van slagen te maken.

  4. Mag mijn afnemer betaling opschorten als ik niet kan leveren?
    Ja, dat mag als u uw verplichtingen niet nakomt. Opschorten mag ook als u er niets aan kunt doen dat u niet kunt leveren, dus als er sprake is van overmacht. De opschorting moet dan wel in een redelijke verhouding staan tot prestatie die niet wordt nagekomen. Als u bijvoorbeeld maar een klein deel van uw verplichting niet kunt nakomen, is het onredelijk betaling van de hele vergoeding op te schorten.
    Het recht om de tegenprestatie op te schorten kan in de overeenkomst of algemene voorwaarden zijn beperkt of uitgesloten als het leveringen betreft tussen ondernemingen onderling (professionele partijen).
  5. Kan de afnemer de overeenkomst ontbinden?
    Ja, mits het blijvend of tijdelijk onmogelijk is om te presteren. Ook als sprake is van overmacht kan de overeenkomst worden ontbonden. Na ontbinding moeten de prestaties die al geleverd zijn, ongedaan worden gemaakt en zijn partijen van toekomstige prestatie bevrijd. Ontbinding kan de hele overeenkomst treffen, maar ook een gedeelte ervan, bijvoorbeeld alleen de toekomstige prestaties. Het recht om de overeenkomst te ontbinden kan in de overeenkomst worden beperkt of uitgesloten, maar dat kan niet als uw klanten consumenten zijn.

  6. Wanneer heb ik recht op schadevergoeding?
    Als een partij niet presteert, dan heeft de wederpartij in beginsel recht op vergoeding van de schade die daardoor ontstaat. Daarvoor is wel nodig dat het niet nakomen van de verplichting kan worden toegerekend aan de partij die de prestatie moet leveren (de wederpartij heeft daar schuld aan). Is er sprake van overmacht, dan heeft de wederpartij geen schuld en dan bestaat in beginsel geen plicht om schade te vergoeden.
    Daarnaast moet de wederpartij in verzuim zijn. Verzuim kan op drie manieren ontstaan:
    1. als de wederpartij een redelijke termijn heeft gekregen om alsnog na te komen maar dit heeft gedaan;
    2. als voor nakoming een vaste fatale termijn is overeengekomen;
    3. als de wederpartij uit gedragingen of mededelingen van de partij kan opmaken dat niet zal worden nagekomen.

  7. Mijn afnemer heeft betalingsproblemen. Welke mogelijkheden heb ik?
    U kunt zich in dit soort gevallen onder andere indekken door middel van het inroepen van het recht van reclame of uw eigendomsvoorbehoud.

  8. Wat is het recht van reclame?
    Dat is het recht van een leverancier van een roerende zaak om die terug te vorderen als de koper de koopprijs niet (volledig) heeft voldaan. Het recht van reclame een wettelijk recht, dus dit recht heeft u ook als er niets over geregeld is in het contract of leveringsvoorwaarden. Bij het inroepen van het recht van reclame dient u wel enkele formaliteiten in acht te nemen.

  9. Wat is een eigendomsvoorbehoud?
    Het eigendomsvoorbehoud is een contractuele afspraak tussen een leverancier en een koper op grond waarvan de geleverde goederen eigendom blijven van de leverancier, zolang de koper nog niet heeft betaald. Dat betekent dat een leverancier - als de koper failliet zou gaan - op grond van het eigendomsvoorbehoud eigenaar van de goederen blijft en bij curator afgifte daarvan kan eisen. Een eigendomsvoorbehoud is vaak in de algemene voorwaarden van de leverancier opgenomen.

  10. Kan ik van mijn afnemer ook extra zekerheden vragen?
    Ja, bijvoorbeeld via een pandrecht, hypotheekrecht, borgstelling en creëren van hoofdelijke aansprakelijkheid.

  11. Wat is borgstelling?
    Een borgstelling is een overeenkomst waarbij een derde (de borg) zich tegenover een schuldeiser verplicht tot nakoming van een betalingsverplichting, die een schuldenaar heeft of zal krijgen bij een schuldeiser. Als de schuldenaar niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet, kan de schuldeiser de borg tot betaling aanspreken. Door middel van borgstelling krijgt de schuldeiser dus extra mogelijkheden om zijn vordering te incasseren.

  12. Wat is hoofdelijke aansprakelijkstelling?
    Hoofdelijke aansprakelijkheid ontstaat als een derde zich voor de verplichtingen van een ander (de debiteur) hoofdelijk aansprakelijk verklaart. Dit lijkt dus op borgstelling. Een van de belangrijkste verschillen tussen borgstelling en hoofdelijke aansprakelijkheid is echter dat de borg pas kan worden aangesproken als de hoofddebiteur niet aan zijn verplichtingen voldoet en dat bij hoofdelijke aansprakelijkheid de schuldeiser direct degene kan aanspreken die zich hoofdelijk aansprakelijk heeft gesteld.

    Ingeval van een acute faillissementsdreiging bij een debiteur is het bedingen van een pand- of hypotheekrecht vaak al te laat. Als daardoor andere schuldeisers worden benadeeld, is het pand- of hypotheekrecht niet geldig.

  13. Mijn debiteur verkeert in zwaar weer. Heeft het nog nut om (conservatoir) beslag te leggen?
    Ja. Als uw schuldenaar niet betaalt, wordt vaak een incassoprocedure opgestart. Voorafgaand aan een incasso-procedure kan met toestemming van de rechter conservatoir beslag worden gelegd op goederen van de schuldenaar of bijvoorbeeld op vorderingen die de schuldenaar heeft op anderen heeft. Als er beslag is gelegd, mag de schuldenaar met die goederen of vorderingen niets onomkeerbaars doen.

    Bij een acute faillissementsdreiging is het leggen van conservatoir beslag over het algemeen te laat. Dit omdat een beslag na een faillissement komt te vervallen. Vanaf dat moment heeft de curator de leiding van de afwikkeling van de schulden.

Huur

Kan ik de betaling van mijn huur opschorten of een huurprijsvermindering krijgen?
Dat is in beginsel niet zomaar mogelijk. Voor het opschorten van de huurbetaling moet er sprake zijn van een ‘gebrek’ aan het gehuurde. Het coronavirus kan alleen niet als ‘gebrek’ worden beschouwd volgens de wet en de standaard contractuele bepalingen. Of een beroep op redelijkheid en billijkheid of onvoorziene omstandigheden (zie boven) mogelijk is, is nog niet zeker

Personeel

Uiteraard heeft het coronavirus ook gevolgen voor uw personeel. Hiervoor verwijzen wij u graag naar de Q&A coronavirus en gevolgen voor het personeel.

In geval van vragen of bij behoefte aan nadere informatie, staan de juridisch adviseurs van Grant Thornton voor u klaar

Overige maatregelen

1. ZZP’ers: inkomensaanvulling tot het sociaal minimum

Ter ondersteuning van zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) wordt een tijdelijke regeling ingesteld. Zelfstandigen kunnen – met terugwerkende kracht – tot 1 maart 2020 voor een periode van drie maanden via een versnelde procedure een aanvulling krijgen voor het levensonderhoud. Dit betreft een inkomensaanvulling tot het sociaal minimum, die niet terugbetaald hoeft te worden. De aanvulling kan worden aangevraagd bij de gemeente. De hoogte van de inkomensondersteuning is afhankelijk van het inkomen en de huishoudsamenstelling en bedraagt maximaal ca. € 1500 per maand (netto).

Voorwaarden:

  • Er wordt geen partner- en vermogenstoets gehanteerd.
  • Er vindt geen levensvatbaarheidsonderzoek plaats.
  • Geen terugbetaling achteraf.

Het kabinet gaat proberen om deze aanvulling binnen 4 weken te regelen in plaats van binnen de reguliere termijn van 13 weken. Daarnaast wordt het mogelijk om een voorschot te ontvangen. Nadere informatie volgt.

2. TOGS: ondernemers die hard worden getroffen krijgen 4.000 euro

Ondernemers die direct hard worden getroffen door de coronamaatregelen en hun omzet (bijna) helemaal zien verdampen, krijgen voor de komende drie maanden eenmalig een forfaitair bedrag van 4.000 euro als noodvoorziening. Het betreft een gift.

Het gaat onder meer om de horeca, de cultuursector en de reisbranche. Maar ook sectoren die in de problemen komen door de 1,5 meter afstandseis, zoals schoonheidssalons en kappers.

3. Ondernemers moeten makkelijker geld kunnen lenen

Het kabinet trekt meer geld uit voor leningen waar de Staat garant voor staat. Het gaat in eerste instantie om leningen voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en grote ondernemingen die gebruikmaken van de Garantie Ondernemersfinanciering-regeling (afgekort als GO).

Dit instrument is normaal bedoeld voor leningen tussen de 1,5 en 50 miljoen euro. Dat plafond wordt tijdelijk verhoogd naar maximaal 150 miljoen euro.
De overheid staat voor 50 procent van deze leningen garant, zodat banken eerder geneigd zijn het krediet aan de bedrijven te verstrekken. Het kabinet trekt hier 1,5 miljard euro voor uit.

Het borgstellingskrediet voor het MKB (BMKB) wordt fors verhoogd. Financiers (met name banken) kunnen daardoor gemakkelijker en sneller krediet verruimen waardoor meer mkb-bedrijven eerder meer geld kunnen lenen.

4. Kleine ondernemers mogen later aflossen en krijgen rentekorting

Ook voor kleine ondernemers komen er gunstige leningsvoorwaarden. Het gaat om de microkredietenverstrekker van de overheid Qredits, bedoeld voor kleine en startende ondernemers die sowieso al moeilijk aan financiering komen.

5. Overige aandachtspunten

In het kader van de WW-premiedifferentiatie die per 1 januari 2020 is ingevoerd, geldt dat de lage premie moet worden herzien naar de hoge premie als in een jaar minimaal 30% meer uren zijn verloond dan overeengekomen. Aangezien onder andere in de zorg nu veel meer wordt overgewerkt, zal het kabinet dit gaan aanpassen zodat organisaties daar geen hinder van ondervinden.

De eis dat de arbeidsovereenkomsten die dateren van vóór 1 januari 2020 uiterlijk op 1 april 2020 op schrift moeten zijn gesteld om de lage WW-premie te mogen toepassen, is versoepeld. De datum is verschoven naar 1 juli 2020.