Btw

Eindelijk duidelijkheid over btw-positie commissarissen, toezichthouders en commissieleden

Door:
Ygrain Post
Meer duidelijkheid over de btw-positie van commissarissen, toezichthouders en commissieleden
Ben je commissaris, toezichthouder of lid van een commissie? Dan vraag je je misschien af of je ondernemer bent voor de btw. Op 6 mei 2021 verscheen hierover eindelijk duidelijkheid in het besluit ‘Btw-heffing bij werkzaamheden van toezichthouders en van leden van diverse commissies’. In de meeste gevallen blijkt dat geen sprake is van btw-ondernemerschap. Dat betekent dat je geen btw hoeft te rekenen over je vergoeding, maar je mag dan ook geen btw aftrekken op kosten die je maakt voor deze werkzaamheden.
Onderwerpen

Einde aan een lange periode van onduidelijkheid

Jarenlang was de btw-positie van commissarissen, toezichthouders en commissieleden onduidelijk.  In 2006 keurde de Staatssecretaris van Financiën in een eerder besluit goed dat bij minder dan 5 vervulde commissariaten geen sprake is van ondernemerschap. Die goedkeuring werd later teruggedraaid na een inbreukprocedure van de Europese Commissie. Sinds 2013 moest per situatie worden beoordeeld of er sprake was van btw-ondernemerschap. Leden van een Raad van Commissarissen of Raad van Toezicht werden toen meestal als btw-ondernemer aangemerkt.

Aan dit beleid kwam vervolgens een eind door het IO-arrest (HvJ 13 juni 2019). Hierin oordeelde het Hof van Justitie dat RvC- en RvT-leden géén btw-ondernemer zijn. Dit zorgde opnieuw voor onduidelijkheid. Pas in mei 2021 zag de Staatssecretaris van Financiën aanleiding om een nieuw besluit ten aanzien van de btw-positie van commissarissen, toezichthouders en commissieleden te publiceren.

Wat zegt het besluit nu eigenlijk?

Heb jij als commissaris, toezichthouder of commissielid individuele taken of verantwoordelijkheden? En verricht je daarnaast op eigen naam, voor eigen rekening en/of onder eigen verantwoordelijkheid werkzaamheden? Opereer je ook nog eens zelfstandig? Alleen dan is er sprake van btw-ondernemerschap. Je mag dan dus niet geheel op naam en onder verantwoordelijkheid van het orgaan of de commissie handelen. Daarnaast moet je ook enig economisch risico lopen.

4 uitzonderingssituaties

Uit het besluit blijkt dat in de volgende 4 gevallen bij het zitting nemen in genoemde organen, ondanks het ontbreken van een arbeidsovereenkomst, toch geen sprake is van btw-ondernemerschap:

  1. Toezichthoudende organen met wettelijke grondslag, zoals een NV, BV of (bedrijfstak)pensioenfonds
  2. Toezichthoudende organen zonder wettelijke grondslag, zoals een stichting of vereniging
  3. Bezwaaradviescommissies en adviescolleges met wettelijke taak
  4. Toetsings- en geschillencommissies en vergelijkbare commissies

Dit geldt als je op persoonlijke titel bent benoemd (dus niet via een rechtspersoon) en niet zelfstandig handelt. Let op: om dit goed te beoordelen, is het belangrijk om de statuten en bijbehorende reglementen van de organisatie te bekijken. Wij helpen je hier graag bij. 

Ook als de vergoeding wordt betaald aan een rechtspersoon (bijvoorbeeld je BV), blijft de beoordeling op persoonlijke titel van toepassing.

Aantal toezichthoudende functies maakt niet uit

Of je één of meerdere toezichthoudende functies vervult, is niet relevant. Elke functie wordt afzonderlijk beoordeeld. Dat is anders dan in het verleden.

Nevenwerkzaamheden: apart beoordeeld

Je kan nevenwerkzaamheden verrichten naast het vervullen van een functie als commissaris, toezichthouder of commissielid. Zijn dit werkzaamheden waarvoor de natuurlijke persoon eventueel al btw-ondernemer is, dan staan deze los van de toezichthoudende werkzaamheden.

Kleineondernemersregeling (KOR)

Ben je btw-ondernemer en genereer je naast jouw toezichthoudende taken niet meer dan 20.000 euro btw belaste omzet per jaar? Dan kun je kiezen voor de kleine ondernemersregeling (KOR). Je hoeft dan geen btw in rekening te brengen of aangifte te doen, maar hebt ook geen recht op btw-aftrek. Let op: als je kiest voor de KOR, zit je daar drie jaar aan vast. De regeling moet uiterlijk vier weken voor de start van een nieuw kalenderjaar worden aangevraagd. Je moet bovendien in Nederland zijn gevestigd.

Europese KOR per 1 januari 2025

Vanaf 2025 eldt ook een Europese variant van de KOR (EU-KOR). Deze regeling is bedoeld voor ondernemers die in Nederland zijn gevestigd en zaken doen in andere EU-landen. Om deel te nemen aan de EU-KOR, mag jouw totale omzet in de EU niet hoger zijn dan 100.000 euro per kalenderjaar. Daarnaast moet je voldoen aan de nationale omzetgrens van de landen waarin je actief bent. Bij deelname aan de EU-KOR hoef je geen btw-aangifte te doen in andere EU-landen, maar wel elk kwartaal een overzicht aanleveren bij de Nederlandse Belastingdienst.

Vragen? We denken graag met je mee

De btw-positie voor toezichthouders is nu een stuk duidelijker, maar blijft afhankelijk van je specifieke situatie. Twijfel je of heb je vragen? Neem dan contact op met een van onze btw-specialisten. We helpen je graag verder.

Neem contact op