
Een vennootschap die alleen aandelen houdt in andere vennootschappen kan de btw op kosten niet terugvragen. Het houden van aandelen leidt namelijk niet tot ondernemerschap voor de btw. Belast u kosten door vanuit een vennootschap aan haar deelnemingen, dan leidt dit vaak wel tot het (gewenste) ondernemerschap en de aftrek van btw. Niet altijd, zo blijkt uit een arrest van de Hoge Raad van 19 juni 2020.
In deze zaak berekende een holding kosten 1-op-1 door aan haar werkmaatschappijen en betaalde daarover btw. De btw die de holding in rekening kreeg van haar leveranciers werd in aftrek gebracht. De holding was namelijk van mening dat de kostendoorbelasting een economische activiteit was. In de btw betekent economische activiteit dat je een onderneming bent en in principe bijbehorend recht hebt op btw-aftrek. De Hoge Raad was het niet met de holding eens omdat de holding in dit geval, naast het 1-op-1 doorbelasten van kosten, geen waarde toevoegt. De holding is geen ondernemer in de zin van de btw, is daarom geen btw verschuldigd over de doorbelasting en mag de btw op de gemaakte kosten niet aftrekken.
De discussie of en onder welke omstandigheden een holding (houdstervennootschap of houdster) ondernemer is en de btw op kosten mag terugvragen, is al lang onderwerp van discussie. Een pure kostendoorbelasting is in ieder geval niet meer genoeg. Aandachtspunten die meewegen bij deze beslissing zijn:
Bij de overname of verkoop van een deelneming gelden overigens bijzondere regels en aandachtspunten. Helemaal dan speelt het recht op btw-aftrek een grote rol omdat er veelal aanzienlijke (advies)kosten worden gemaakt.
Er zijn voor holdings dus zeker mogelijkheden om btw-aftrek op kosten te realiseren. Dat hangt af van de specifieke situatie en omstandigheden. Onze btw-adviseurs gaan hierover graag met u in gesprek.