Impact House

Impact meten: vijf perspectieven om scherp te kiezen

Manon Peek
Door:
Impact meten vijf perspectieven
Je hebt een verandertheorie of Theory of Change. Je weet wat je wilt bereiken. Misschien ligt er zelfs al een meetplan. Maar dan komt de vraag die vaak het lastigst is: wat ga je nu écht meten?
Onderwerpen

Voor veel organisaties is dit een moment van twijfel. Er zijn zoveel mogelijkheden, belangen en verwachtingen. En ondertussen zijn tijd en middelen beperkt. Bij Impact House werken we dagelijks met organisaties die hierin vastlopen. Daarom delen we vijf perspectieven. Ze helpen je om betere, slimmere keuzes te maken in je impactmeting – met voorbeelden uit de praktijk.

1. Meet wat je wakker houdt

Oftewel: wat schuurt? Waar zit twijfel? Wat voelt als een ‘black box’?

Een goed meetplan richt zich niet op wat makkelijk is, maar op wat je écht wilt weten. Veel organisaties draaien programma’s al jaren “omdat we het altijd zo doen”. Maar is het nog effectief? Heeft het nog impact? Of werken we op basis van aannames?

Voorbeeld

Een organisatie werkt met jongeren die dreigen uit te vallen op school. Ze bieden al jaren hetzelfde coachingstraject. Toch haken steeds meer jongeren vroegtijdig af. Hoe komt dat? Zijn de verwachtingen te hoog? Sluit het programma niet meer goed aan? Door gericht onderzoek te doen, kan de organisatie haar aanpak aanscherpen – en uitval terugdringen. 

Waarom dit werkt

Je meet wat echt belangrijk is. En je voorkomt dat je blijft doen wat je altijd deed, zonder te weten of het nog werkt.

2. Meet wat je nog niet weet

Richt je metingen op vragen waarop nog géén antwoord is.

Er is veel maatschappelijke kennis en onderzoek beschikbaar. Dat hoef je niet opnieuw te doen. Stel jezelf de de vraag: wat voegt deze meting toe?

Voorbeeld

Een organisatie wil onderzoeken of stoppen met roken bijdraagt aan de gezondheid van deelnemers. Maar dat is al lang bewezen. Het is daarom zinvoller om te onderzoeken of het programma mensen echt helpt om langdurig te stoppen. Of om te begrijpen waarom het sommige deelnemers niet lukt. Die inzichten helpen om het programma te verbeteren.

Waarom dit werkt

Je bouwt voort op wat al bekend is. En je meet wat jouw aanpak uniek maakt.

3. Test je “killer assumption”

Elke Theory of Change rust op aannames. Sommige zijn essentieel.

Een “killer assumption” (of kritieke aanname) is een punt waarop je hele strategie valt of staat. Klopt die niet, dan werkt de aanpak mogelijk niet. Toch worden deze aannames vaak niet gemeten, omdat ze zo vanzelfsprekend lijken.

Voorbeeld

Een museum rijdt met een bus naar afgelegen dorpen om ouderen te bereiken en eenzaamheid te verminderen. Maar… zijn de deelnemers wel eenzaam? Of is het vooral een leuk uitje voor actieve senioren? 

Waarom dit werkt

Je voorkomt dat je energie steekt in een aanpak die niet werkt omdat de onderliggende aannames niet kloppen.

4. Meet onder je accountability-lijn

Beperk je meting tot waar je écht invloed op hebt.

In je Theory of Change kun je vaak een denkbeeldige lijn trekken: tot hier kun je verantwoordelijk zijn voor het resultaat. Daarboven spelen te veel externe factoren mee. Als je boven die accountability-lijn meet, loop je het risico dat je resultaten worden verklaard door zaken buiten jouw invloed.

Voorbeeld

Een schuldhulporganisatie wil meten of cliënten op de lange termijn financieel zelfredzaam blijven. Maar dat hangt ook af van zaken als inkomen, gezondheidskosten of woonsituatie. Daarom meten ze wat binnen hun invloed ligt: inzicht in inkomsten en uitgaven, het maken van een begroting, en weten waar hulp te vinden is. Zo maken ze hun impact meetbaar én geloofwaardig.

Waarom dit werkt

Je meet wat je zelf kunt sturen en verbeteren, en blijft weg van claims die je niet kunt waarmaken.

5. Laaghangend fruit: kleine moeite, veel inzicht

Niet elke meting hoeft groot of ingewikkeld te zijn. Soms levert een simpele actie al veel informatie op. Denk aan de matrix: inspanning versus verwachte waarde. Wat is snel te meten én kan toch veel opleveren?

Voorbeeld

Een stichting organiseert elk jaar een zomerkamp voor kinderen van wie de ouders in armoede leven. In plaats van een uitgebreide impactmeting te starten, bellen ze acht oud-deelnemers op met de vraag: “Wat is je bijgebleven en heeft het iets veranderd in je leven?” Binnen een middag hebben ze waardevolle verhalen, aanknopingspunten voor verbetering en zelfs ideeën voor nieuwe partnerschappen.

Waarom dit werkt

Je laat zien dat impact meten niet altijd wetenschappelijk hoeft te zijn. Een praktische en snelle aanpak levert ook waardevolle inzichten op.

Tot slot: meten is een groeipad

Impact meten doe je niet één keer. Het is een proces waarin je stap voor stap leert betere keuzes te maken. Het begint bij het stellen van de juiste vragen: waar zitten je echte twijfels, aannames of blinde vlekken? Wat kun je zelf beïnvloeden? En waar heb je nog geen zicht op?

Door steeds bewust te kiezen wat je meet en waarom, groeit niet alleen je meetplan, maar ook je inzicht, focus en impactkracht. Zo wordt impactmeting niet iets dat je moet, maar iets dat je helpt om beter te worden in wat je het liefst doet: écht verschil maken.

Wil je meer weten over impact meten?

Neem dan contact op met een van onze specialisten. Ze helpen je graag. 

Neem contact op