btw-advies

HvJ: Factoring via verpanding én cessie is btw-belast, maar let op de nuances

Tim Kok
Door:
HvJ Factoring via verpanding én cessie
De btw-regelgeving kent een verplichte btw-vrijstelling voor verschillende financiële diensten. Een belangrijke uitzondering daarop is de inning van schuldvorderingen. Het Hof van Justitie (HvJ) oordeelde op 23 oktober 2025 in de Kosmiro-zaak dat deze uitzondering geldt voor factoring, zowel via verpanding als via cessie. De vergoeding die een factormaatschappijen ontvangt, bestaat vaak uit verschillende onderdelen.
Onderwerpen

Daarnaast zijn de taken van de factormaatschappij afhankelijk van de gekozen vorm van factoring. Bijvoorbeeld of sprake is van (non) recourse-factoring, confidential factoring, etc. Het blijft belangrijk om na te gaan wat de btw-behandeling is van de verschillende taken. Niettemin zal eerder sprake zijn van een btw-belaste taak, wat het btw-aftrekrecht vergroot. Kan de afnemer van de factordienst het niet in aftrek brengen? Dan vormt de btw wel een kostenpost.

De casus

De Kosmiro-zaak ziet op een Finse factormaatschappij die factoring via verpanding aanbiedt (een vorm van financiering). Hierbij biedt zij aan haar afnemers krediet aan, waarbij het krediet is gekoppeld aan de omvang van de factuurvorderingen en het risiconiveau. De factormaatschappij zorgt voor de aanmaningen en de buitengerechtelijke inning van de in pand gegeven vorderingen. De factormaatschappij biedt ook factoring aan waarbij zij de vorderingen koopt.

Voor haar dienstverlening ontvangt Kosmiro onder meer een commissie, een aanvangsvergoeding en andere vergoedingen. De vraag: zijn haar taken btw-belast?

Het oordeel van het HvJ

Dienstverlening die bestaat uit “de inning van schuldvorderingen” is btw-belast. Het HvJ bevestigt dat hieronder wordt verstaan de handelingen die zien op het verkrijgen van de betaling van een geldschuld. Volgens het HvJ vallen hieronder alle vormen van factoring. De reden is dat factoring naar haar objectieve aard tot wezenlijk doel heeft schuldvorderingen van een derde in te vorderen.

Het verstrekken van krediet is echter een btw-vrijgestelde dienst. Onderdeel van factoring is dat de factormaatschappij zijn afnemer een bedrag uitbetaalt. Het HvJ oordeelt echter dat deze uitbetaling geen vorm van kredietverlening is, maar (bij factoring via cessie) de betaling vormt voor de overgenomen vorderingen. Ook bij factoring via verpanding vormt de uitbetaling volgens het HvJ geen afzonderlijke kredietverlening. De diverse vergoedingen die de factormaatschappij ontvangt, zijn volgens het HvJ daarom onderdeel van de vergoeding voor de btw-belaste factoring.

Gevolgen voor de Nederlandse praktijk

De uitspraak is gunstig voor de factormaatschappijen, omdat zij de btw op kosten toerekenbaar aan de btw-belaste factoringdienst in aftrek kunnen brengen. Voor de aftrek van btw op algemene kosten geldt mogelijk een hoger pro-rata aftrekpercentage. De uitspraak is ongunstig voor afnemers van factormaatschappijen die geen (volledig) recht op aftrek hebben. Zoals afnemers in de medische branche. 

Factormaatschappijen die voor bepaalde onderdelen van de vergoeding geen btw voldoen, moeten nagaan of dat correct is. Het is onze ervaring dat het soms voorkomt dat een factormaatschappij voor een extra vergoeding bereid is om sneller een bedrag over te maken, waarbij de factormaatschappij deze dienstverlening als btw-vrijgesteld beschouwt.

Hoewel het HvJ suggereert dat alle vormen van factoring btw-belast zijn, komen in de praktijk veel vormen van factoring voor die ook in combinatie worden verricht. 

Ons advies: analyseer de verschillende taken zorgvuldig en beoordeel of onderdelen toch onder de btw-vrijstelling vallen. Dit beïnvloedt ook je aftrekrecht.

Wil je weten wat deze uitspraak betekent voor jouw organisatie? Neem contact op met onze btw-specialisten van het financial services team. 

Neem contact op