CbC-rapportage

De rapportageverplichting: de weg naar openbare informatie

Pierre Docx
Door:
De rapportageverplichting
Sinds 2016 geldt in Nederland de verplichting tot country-by-country reporting (CbC-rapportage). Deze verplichting komt voort uit de aanbevelingen zoals Actiepunt 13 van het OESO-project tegen Base Erosion and Profit Shifting (BEPS). Binnen een multinationale groep moet één entiteit (doorgaans de uiteindelijke moedermaatschappij) per land bepaalde financiële gegevens verstrekken aan de Belastingdienst. Het gaat dan om gegevens zoals betaalde vennootschapsbelasting, omzet, winst en het aantal werknemers.
Onderwerpen

In 2021 werd door de Europese lidstaten de volgende stap gezet met de rapportage van openbare informatie. In december 2023 keurde de Eerste Kamer de wetgeving goed die uitvoering geeft aan de Europese richtlijn (Richtlijn (EU) 2021/2101) over openbare country-by-country rapportage (public CbCR), die van toepassing is vanaf het boekjaar 2021. Op 1 maart 2024 volgde een aanvullend besluit van de Nederlandse regering over de uitvoering daarvan.

Grote internationale ondernemingen moeten daardoor vanaf dit jaar belastinggerelateerde informatie per land openbaar maken. Het doel is om fiscale transparantie te bevorderen en een eerlijker fiscaal speelveld te creëren in de EU. De verplichting gaat dus verder dan alleen verstrekken van informatie aan de Belastingdienst. 

Public CbCR verplichting

De verplichting geldt voor boekjaren die starten op of na 22 juni 2024. Voor bedrijven met een boekjaar vanaf 1 januari 2025 moet de eerste rapportage uiterlijk op 31 december 2026 gepubliceerd zijn. De publicatie moet binnen twaalf maanden plaatsvinden na het boekjaar en de informatie moet vijf jaar publiek beschikbaar blijven.

Door deze nieuwe verplichting neemt de rapportagedruk toe. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en publiceren van het rapport. Compliance, reputatie en datamanagement worden steeds belangrijker. Het is dus van belang om op tijd te beginnen met de voorbereidingen.

Wanneer valt een onderneming onder de verplichting?

De verplichting geldt voor vier categorieën ondernemingen:

  • Nederlandse moedermaatschappijen van een internationale groep met meer dan 750 miljoen euro geconsolideerde omzet (in elk van de twee voorgaande boekjaren). 
  • Zelfstandige Nederlandse ondernemingen (niet behorend tot een groep) met een omzet boven deze grens.
  • Nederlandse middelgrote of grote dochtermaatschappijen van moedermaatschappijen buiten de EU., als de mondiale groepsomzet boven de grens ligt.
  • Nederlandse vaste inrichtingen van niet-EU-ondernemingen, als de netto-omzet boven de grens ligt en er geen middelgrote of grote EU-dochteronderneming is. 

Let op: ondernemingen die alleen in Nederland actief zijn, hoeven niet aan deze verplichting te voldoen. Dit geldt ook voor financiële instellingen die al rapporteren onder het CRD IV-kader.

Inhoud van de verplichting

De rapportage bevat informatie over het meest recent afgesloten boekjaar, waaronder:

  • De naam van de rapporterende entiteit;
  • het boekjaar en de gebruikte valuta;
  • een beschrijving van de activiteiten;
  • het aantal werknemers (in fte);
  • de netto-omzet, 
  • het resultaat vóór belasting;
  • de op basis van de jaarrekening verschuldigde winstbelasting;
  • de daadwerkelijk betaalde winstbelasting (kasbasis); 
  • de ingehouden winsten.

De gegevens moeten per land worden uitgesplitst. Dit geldt voor alle EU- en EER-landen (zoals Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) en voor belastingjurisdicties die op de EU-lijst van niet-coöperatieve landen staan. Overige landen mogen worden samengevoegd onder de noemer “Rest van de wereld”.

Wat zijn de publicatievereisten?

Nederland maakt geen gebruik van de optionele uitzondering om publicatie op de website over te slaan. Het Handelsregister biedt namelijk nog geen gratis toegang tot de gegevens die daar moeten worden ingediend. Daarom gelden in Nederland de volgende publicatievereisten:

  • het rapport moet in Nederland worden ingediend bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel; 
  • het rapport moet gratis beschikbaar zijn via de bedrijfswebsite. 
  • de gegevens moeten worden aangeleverd in een machineleesbaar formaat;
  • de informatie moet minimaal vijf jaar toegankelijk blijven. 

Uitzondering voor gevoelige informatie

Soms is het voor een onderneming niet wenselijk om bepaalde informatie direct openbaar te maken. Bijvoorbeeld als dat de commerciële positie ernstig kan schaden. In zulke gevallen mag die gevoelige informatie tijdelijk weggelaten worden. Dit heet de safeguard clause. Hierdoor is het mogelijk om gevoelige gegevens tot maximaal vijf jaar uit te stellen, zolang de reden hiervoor duidelijk wordt toegelicht in de rapportage. Deze uitzondering geldt niet voor landen op de EU-lijst van niet-coöperatieve jurisdicties. Die landen moeten altijd alle informatie delen. 

Heb je vragen over deze uitzondering? Neem dan contact op met onze specialisten over de regels rondom gevoelige informatie.

Actieplan voor ondernemingen

Grote ondernemingen doen er verstandig aan om op tijd in actie te komen:

  • Check of de onderneming onder de reikwijdte van de verplichting valt.
  • Verzamel beschikbare data en kijk wat er nog ontbreekt.
  • Richt processen en IT-systemen in voor betrouwbare dataverzameling en rapportage. 
  • Implementeer interne controlemechanismen om de nauwkeurigheid en consistentie van de gegevens te waarborgen.
  • Maak een helder communicatieplan om stakeholders tijdig en helder te informeren.
  • Evalueer of er sprake is van informatie die tijdelijk kan worden weggelaten onder de safeguard clause.

Samenloop met andere verplichtingen

Public CbCR staat niet op zichzelf. Deze moet worden afgestemd op bestaande rapportageverplichtingen, zoals BEPS Action 13 en de Nederlandse transfer pricing-documentatieplicht. Het is belangrijk dat de jaarrekening, belastingaangifte en publieke rapportage goed op elkaar aansluiten. Verder is het van belang om alert te blijven op aanvullende of afwijkende eisen die andere EU-lidstaten kunnen stellen. De Europese Commissie publiceert later nog technische standaarden en templates, die gevolgen kunnen hebben voor de concrete invulling van het rapportageproces.

Daarnaast krijgen multinationals ook te maken met andere ingrijpende transparantieverplichtingen. De wereldwijde minimumbelasting (Pillar 2) zorgt ervoor dat winst van grote bedrijven altijd effectief wordt belast tegen minimaal 15%, ongeacht waar die winst wordt behaald. Dit heeft directe gevolgen voor de fiscale strategie en structuur van internationale groepen.

Ook de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht tot uitgebreide rapportage over duurzaamheid (ESG). Ondanks politieke discussies en vertragingen vormt Public CbCR al een stabiele basis voor fiscale transparantie binnen de EU.

Van verplichting naar versterking van reputatie

De invoering van Public CbCR is een grote stap richting publieke en fiscale transparantie. Door nu al werk te maken van deze verplichting, ontstaat niet alleen controle in de naleving van wet- en regelgeving, maar wordt ook gewerkt aan het versterken van reputatie en governance. Dit sluit aan bij de maatschappelijke roep om een eerlijke belastingbijdrage aan de betrokken samenleving.

Wij ondersteunen jou graag bij elke stap van dit traject: van impactanalyse en datavoorbereiding tot het opstellen van het rapport en het beoordelen van mogelijke vrijstellingen via de safeguard clause. 

Meer weten?

Neem contact op voor een oriënterend gesprek over een toekomstbestendige aanpak van Public CbCR en andere rapportageverplichtingen.

Neem contact op