Prinsjesdag 2025

Belastingplan 2026: wat kun je verwachten?

Door:
Ramzi Abdulkadir-Ahmed
Belastingplan 2026 wat kun je verwachten
De contouren van het Belastingplan 2026 worden steeds duidelijker. Staatssecretaris Van Oostenbruggen presenteerde onlangs de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025. Hierin staan fiscale maatregelen die gevolgen kunnen hebben voor zowel particulieren als bedrijven. Wij zetten de belangrijkste voorstellen voor je op een rij.
Onderwerpen

Wijzigingen in de Successiewet

Op basis van recente jurisprudentie van de Hoge Raad worden twee wijzigingen in de Successiewet 1956 voorgesteld. De eerste wijziging is bedoeld voor de verdeling van het huwelijksvermogen. De regering wil voorkomen dat vlak voor overlijden vermogen strategisch wordt herverdeeld om erfbelasting te besparen. De tweede wijziging gaat over gelijke behandeling van biologische kinderen die niet juridisch erkend zijn. Kinderen met een nauwe band met hun overleden biologische ouder, maar zonder juridische erkenning, krijgen voortaan dezelfde fiscale positie als erkende kinderen. Zij profiteren van de hogere kindvrijstelling en lagere tarieven van 10 procent en 20 procent in plaats van 30 procent en 40 procent.

Daarnaast wordt de aangiftetermijn voor erfbelasting verlengd van acht naar twintig maanden. Ook verschuift het moment waarop belastingrente gaat lopen. Tot slot verdwijnt de dubbele aangifteplicht voor schenkingen die plaatsvinden binnen 180 dagen voor overlijden: deze vallen voortaan alleen onder de erfbelasting.

Wijzigingen in de Loonbelasting en autobelastingen

De regering verduidelijk en verduurzaamt de regels voor loonbelasting en autobelastingen. Er komt een verduidelijking van de huidige fietsregeling. Op dit moment geldt een bijtellingsregeling voor fietsen die ook privé worden gebruikt. Een fiets die voor woon-werkverkeer wordt gebruikt, wordt geacht privé te worden gebruikt. Als zo’n fiets meestal niet thuis wordt gestald, zoals deel- en hubfietsen, blijft deze wél vrijgesteld van bijtelling. Ook komt er meer duidelijkheid over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU). De drempelvrijstelling wordt structureel gemaakt en verhoogd. 

Vanaf 2027 mogen bedrijven alleen nog emissievrije leaseauto’s met privégebruik aanbieden. Is dat niet het geval, dan geldt een pseudo-eindheffing van 52 procent over de bijtellingsgrondslag. Daarnaast wordt een vaste voet in de BPM ingevoerd voor elektrische voertuigen: 667 euro voor auto’s en 200 euro voor motorfietsen. De kwarttarieven in de motorrijtuigenbelasting worden per 2028 afgeschaft.

Wijzigingen in Inkomstenbelasting en box 3

De belangrijkste wijzigingen binnen de inkomstenbelasting zijn te verwachten op het gebied van de (belasting)tarieven in box 1. Deze worden aangepast ter compensatie van stijgende zorgpremies. In box 3 stijgt het forfaitaire rendement voor overige bezittingen van 5,88 procent (2025) naar 7,78 procent, terwijl het heffingsvrije vermogen daalt van 57.684 euro (2025) naar 51.396 euro per persoon. 

De verwachting is dat de tabelcorrectiefactor (TCF) per 1 januari 2026 slechts beperkt wordt toegepast. Deze factor is bedoeld om belastingschijven, het eigenwoningforfait en de heffingskortingen – zoals de arbeidskorting – te corrigeren voor inflatie. Door de beperkte toepassing worden deze bedragen in de inkomstenbelasting maar deels geïndexeerd. Normaal gesproken gebruikt de overheid inflatiecijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek als vaste parameter (zoals wettelijk voorgeschreven). Deze praktijk wordt nu losgelaten.

Nadere uitwerking van het Belastingplan 2026

Hoewel het Belastingplan 2026 nog door het parlement moet worden goedgekeurd, is het verstandig om nu al na te denken over de mogelijke gevolgen. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet en adviseren je graag over de impact op jouw persoonlijke of zakelijke situatie.

Heb je vragen over deze maatregelen of wil je weten wat dit concreet voor jou betekent? Neem dan gerust contact met ons op.

Neem contact op