Acht aanpassingen in voorjaarsnota 2023
In de voorjaarsnota 2023 kondigde het Kabinet al acht aanpassingen aan en enkele voorgenomen wijzigingen zijn nu verder geconcretiseerd. Om de doelmatigheid en uitvoerbaarheid van de BOR en de DSR te verbeteren, stelt het kabinet diverse maatregelen voor.
De grootste verrassing is het plan om bij een schenking van ondernemingsvermogen met ingang van 2025 een minimumleeftijd van 21 jaar in te voeren voor de verkrijger c.q. bedrijfsopvolger.
Hieronder treft u een overzicht aan van de diverse maatregelen in chronologische volgorde.
2024
Aan derden verhuurd vastgoed kwalificeert niet voor de BOR
Stelt u onroerende zaken aan derden beschikbaar, zoals bij verhuur? Vanaf 1 januari merkt het Kabinet dit aan als beleggingsvermogen. Dat betekent dus dat faciliteiten niet meer van toepassing zijn op verhuurd vastgoed. Onroerende zaken die worden verhuurd aan kwalificerende verbonden lichamen blijven wel tot het ondernemingsvermogen behoren. Op dit moment is het niet zeker wat de definitie is van een verbonden lichaam.
2025
Verlaging vrijstellingspercentage
Met ingang van 1 januari verhoogt het Kabinet het bedrag waarover u de 100%-vrijstelling kan toepassennaar € 1.500.000 (in 2023: € 1.205.871). Voor zover de onderneming meer waard is, gaat een vrijstelling van 70% gelden in plaats van de huidige 83%.
Beperking ondernemingsvermogen bij mede privé gebruik
Met ingang van 1 januari komen bedrijfsmiddelen van € 100.000 of meer, die meer dan 10% ook buiten de onderneming (bijvoorbeeld voor privédoeleinden) worden gebruikt, niet meer volledig in aanmerking voor de BOR en de DSR. Alleen het gebruik binnen de onderneming komt in aanmerking.
Afschaffing dienstbetrekkingseis en invoering minimumleeftijd
Onder de huidige DSR is vereist dat de verkrijger c.q. bedrijfsopvolger ten minste drie jaar in dienst van de vennootschap is. Deze voorwaarde blijkt niet effectief te zijn. Het kabinet stelt voor dit vereiste te laten vervallen. In plaats daarvan introduceert het Kabinet bij schenking van ondernemingsvermogen met ingang van 1 januari een minimumleeftijd van 21 jaar voor de bedrijfsopvolger/begiftigde. En deze minimumleeftijd geldt voor zowel de BOR als DSR. Bij vererving van ondernemingsvermogen geldt geen minimumleeftijd.
Afschaffing van 5%-beleggingsmarge
Op dit moment geldt bij vennootschapen dat de BOR en DSR ook gelden voor beleggingsvermogen tot 5% van de waarde van het ondernemingsvermogen. Deze beleggingsmarge schaft het Kabinet in de Successiewet op 1 januari af. Voor de doorschuifregeling van de inkomstenbelasting vindt dit opmerkelijk genoeg later plaats.
2026
Versoepeling van de bezits- en voorzettingseis
Bij een wijziging binnen de onderneming (zoals een herstructurering) is het mogelijk dat de bezitstermijn of de vijfjaars-voortzettingstermijn overtreedt. Het kabinet wil per 1 januari knelpunten oplossen als het belang van de ondernemer materieel niet wijzigt.Het Kabinet onderzoekt nog op welke wijze zij dit kunnen vormgeven.
Beperking toegang tot de BOR
Het voornemen is om de BOR en DSR-faciliteiten per 1 januari te beperken tot reguliere aandelen die volledig meedelen in de winst en liquidatieopbrengst van de vennootschap. Hierdoor sluit het Kabinet de opties, tracking stocks en andere belangen van minder dan 5% van het geplaatste kapitaal uit. De faciliteiten blijven wel gelden voor preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging zijn uitgegeven.
Verlenging van bezitstermijn als erflater/schenker AOW-leeftijd heeft
Om te vermijden dat mensen op hoge leeftijd erf- of schenkbelasting besparen door zich in te kopen in een onderneming (zogenoemde rollatorinvesteringen), overweegt het Kabinet om vanaf 1 januari de bezitstermijn te verlengen als de erflater/schenker inmiddels de AOW-leeftijd heeft bereikt.
Geen faciliteit als erfgenaam/begiftigde al eerder gerechtigd was tot de onderneming
Om draaideurconstructies te vermijden, onderzoekt het Kabinet of het mogelijk is de faciliteiten buiten toepassing te laten als de erfgenaam/begiftigde al eerder gerechtigd is geweest tot de onderneming.
Toekomst van bedrijfsopvolgingsregelingen
De bedrijfsopvolgingsregelingen blijven bestaan, maar met de voorgenoemde wijzigingen versobert het Kabinetde komende jaren de faciliteiten. Het doel van het Kabinet is een evenwichtigere regeling waarbij de regeling de mogelijkheden voor niet reële bedrijfsopvolging beperkt.
Wilt u weten wat de impact is op uw bedrijfsopvolgingsplannen en hoe u rekening houdt met de voorstelde wijzigingen?
We helpen u graag verder
Neem vrijblijvend contact op met één van onze estate planning specialisten