WKR

Hoe werkt de doelmatigheidsmarge van 2.400 euro in de WKR volgens de Belastingdienst?

John Boer
Door:
doelmatigheidsmarge wkr
De Belastingdienst heeft in een kennisgroepstandpunt uitgelegd hoe de doelmatigheidsmarge van 2.400 euro per werknemer per jaar werkt binnen de werkkostenregeling (WKR).
Onderwerpen
De Werkkostenregeling: WKR in 2025
Lees dit artikel
De Werkkostenregeling: WKR in 2025

Vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen aan personeel zijn in principe loon. Je kunt dit loon individueel belasten bij de werknemer en deze betaalt dan dus de loonbelastingof aanwijzen als eindheffingsloon. In dat laatste geval betaal je als werkgever de belasting via de vrije ruimte van de WKR.

Het is verstandig om het loon als eindheffingsloon aan te wijzen als het gaat om een gerichte vrijstelling of nihilwaardering. Verder kan het soms voordelig zijn om het loon aan te wijzen als eindheffingsloon voor zover je de vrije (onbelaste) ruimte nog niet gebruikt hebt. In 2025 bedraagt de vrije ruimte 2 procent van de fiscale loonsom over de eerste 400.000 euro. Over het meerdere geldt een percentage van 1,18 procent.

Voor het aanwijzen als eindheffingsloon geldt de gebruikelijkheidstoets. Die houdt in dat een vergoeding, verstrekking en terbeschikkingstelling niet meer dan 30 procent mag afwijken van wat gebruikelijk is in vergelijkbare situaties. Omdat deze toets lang niet altijd duidelijk is, hanteert de Belastingdienst een doelmatigheidsmarge van 2.400 euro per werknemer per jaar.

2.400 euro als veilige grens

De Belastingdienst heeft de toepassing van de doelmatigheidsmarge toegelicht in een nieuw kennisgroepstandpunt. De marge van 2.400 euro per werknemer per jaar is bedoeld als een veilige haven. Tot dat bedrag treedt de Belastingdienst niet op en wordt de aanwijzing van vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen als gebruikelijk beschouwd.

Voor de beoordeling van de doelmatigheidsmarge blijven aanwijzingen die voldoen aan de gebruikelijkheidstoets buiten beschouwing. Daarover bestaat immers geen twijfel.

Werkkostenregeling (WKR)
Lees dit artikel
Werkkostenregeling (WKR)

Voorbeelden uit de praktijk

In het kennisgroepstandpunt geeft de Belastingdienst vier voorbeelden ter toelichting: 

Voorbeeld 1: gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen tellen niet mee bij de toets op de doelmatigheidsmarge. 

Voorbeeld 2: vergoedingen en verstrekkingen die duidelijk gebruikelijk zijn, blijven buiten beschouwing. 

Voorbeeld 3: is het niet duidelijk of iets gebruikelijk is? Dan telt het wél mee voor de doelmatigheidsgrens. 

Voorbeeld 4: een ongebruikelijke vergoeding of verstrekking boven de 2.400 euro kun je niet zomaar aanwijzen in de vrije ruimte. De Belastingdienst licht toe hoe je hiermee omgaat.

De doelmatigheidsmarge toepassen

Voor de beoordeling van de doelmatigheidsmarge moeten alle vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen bij elkaar opgeteld worden. Het soort kosten maakt daarbij niet uit. Overschrijd je de grens van 2.400 euro? Dan mag je in elk geval dat bedrag aanwijzen als eindheffingsloon.

Wat moet je doen?

  1. Inventariseer de als eindheffingsloon aangewezen vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikkingstellingen.
  2. Voldoen deze of een deel daarvan aan de gebruikelijkheidstoets? Dan blijven deze buiten beschouwing voor de doelmatigheidsmarge.
  3. Voor de overige aanwijzingen gaat de Belastingdienst tot de marge van 2.400 euro per werknemer per jaar uit van gebruikelijkheid.

Concrete invulling niet altijd duidelijk

Bij het aanwijzen van vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen als eindheffingsloon speelt niet alleen de gebruikelijkheidstoets een rol. Sommige kostenposten mag je helemaal niet aanwijzen in de vrije ruimte. Die moet je verplicht individueel belasten bij de werknemer. Voorbeelden hiervan zijn de bijtelling voor de auto van de zaak, vergoedingen voor strafbeschikkingen en dwangsommen.

Daarnaast is het belangrijk dat je als werkgever de vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen ook echt aanwijst als eindheffingsloon. Doe je dat niet? Dan wordt het loon alsnog individueel belast bij de werknemer. Een uitzondering geldt voor gerichte vrijstellingen. Als een vergoeding of verstrekking onder zo’n vrijstelling valt, gaat de Belastingdienst ervan uit dat je deze hebt aangewezen. Je hoeft dat dan niet apart aan te wijzen. 

Lees het kennisgroepstandpunt.

Meer weten?

Neem contact op met een van onze specialisten. Zij helpen je graag verder. 

Neem contact op