Cryptovaluta

Meldplicht aanbieders crypto activadiensten (DAC8) en VIA

Dooitze Dijkstra
Door:
crypto trader investor using computer cryptocurrency
Onderwerpen

Op 8 december 2022 heeft de Europese Commissie (EC) nieuwe regels voorgesteld met betrekking tot fiscale transparantie voor alle dienstverleners die transacties in cryptoactiva faciliteren voor klanten die in de Europese Unie zijn gevestigd1.  Deze regels vormen een aanvulling op de verordening betreffende markten in cryptoactiva en antiwitwasregels. Wat betekenen deze nieuwe regels voor u?

Blijf op de hoogte!

Wij geven u graag nieuwe (internationale) inzichten op het gebied van financiën, bedrijfsvoering, strategie, governance, risk, compliance en meer.

Wat houdt de EU-wijzigingsrichtlijn DAC82 in?

De richtlijn (DAC) heeft sinds haar invoering in 2011 al zes uitbreidingen ondergaan, waaronder: 

  • De automatische uitwisseling van bankgegevens;
  • Potentieel agressieve grensoverschrijdende fiscale planningsconstructies; en
  • De uitwisseling van gegevens en inlichtingen over verkoop via digitale platformen. 

In de voorgestelde EU-wijzigingsrichtlijn DAC8 stelt de EC verplicht dat aanbieders van crypto activadiensten transacties van EU-ingezeten afnemers melden. Deze richtlijn wijzigt de Administratieve samenwerkingsrichtlijn 2011/16/EU. Daarnaast stelt de richtlijn  een gemeenschappelijk minimumniveau van sancties vast  voor ernstige gevallen van niet-naleving, zoals het volledig ontbreken van meldingen, ondanks administratieve herinneringen daartoe. DAC8 is feitelijk het "crypto-equivalent" van de automatische uitwisseling van bankrekeninggegevens.

Daarnaast stelt de EC voor om de rapportageverplichtingen van financiële instellingen uit te breiden tot e-money en digitale valuta. Ook wil de EC het toepassingsgebied van de automatische uitwisseling van inlichtingen uitbreiden met voorafgaande grensoverschrijdende rulings voor vermogende particulieren.  Het is de bedoeling dat de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 van toepassing zijn in de EU-lidstaten.

Achtergrond richtlijn DAC8

Een eerlijke en doeltreffende belastingheffing is essentieel om inkomsten te genereren voor overheidsinvesteringen en -diensten en tegelijkertijd een ondernemingsklimaat te creëren waarin innovatie kan floreren. Momenteel beschikken belastingautoriteiten echter niet over de benodigde informatie om toezicht te houden op de opbrengsten van het gebruik van cryptoactiva. Eigenaren verhandelen de cryptoactiva eenvoudig grensoverschrijdend en daar is te weinig toezicht op. De belastingautoriteiten lopen aanzienlijke belastinginkomsten mis, omdat dat de belastingautoriteit niet genoeg vermogen heeft om te controleren of de eigenaren van cryptoactiva de belastingen daadwerkelijk betalen. Het voorstel zal de lidstaten in staat stellen belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking beter op te sporen en tegen te gaan door alle aanbieders van crypto activadiensten, ongeacht hun omvang of locatie, te verplichten transacties van in de EU gevestigde afnemers te melden.

Voorstel DAC8 inhoudelijk 

Het voorstel voor de richtlijn verplicht aanbieders van crypto-diensten (brokers, cryptobeurzen en aanbieders van digitale bewaarportemonnees) om informatie te verzamelen over de identiteit van hun klanten. Dit geldt zowel voor natuurlijke als rechtspersonen. Bij deze laatste categorie moeten crypto-dienstverleners ook de controlerende personen identificeren, conform de regels die gelden voor passieve niet-financiële entiteiten onder de Common Reporting Standards (DAC2). Daarnaast moeten crypto-dienstverleners informatie verzamelen over de uitgevoerde transacties van hun klanten, inclusief transacties waarbij crypto assets worden ge- of verkocht tegen normaal geld, en uitwisselingen van verschillende soorten crypto assets. De crypto-dienstverleners moeten deze informatie moet jaarlijks per categorie crypto asset delen met de relevante autoriteit van een lidstaat. Vervolgens wisselt de dienstverlener de informatie geautomatiseerd uit  via bestaande systemen. 

Het richtlijnvoorstel is gerelateerd aan de nog te implementeren EU-richtlijn voor markten in crypto-assets (MiCA). Deze richtlijn reguleert de uitgifte van en handel in crypto assets binnen de EU. In tegenstelling tot MiCA is DAC8 echter ook van toepassing op cryptodienstverleners die zijn gevestigd buiten de EU, zelfs als zij hun diensten niet binnen de EU aanbieden. 

Afgezien van minimumboetebedragen biedt het richtlijnvoorstel geen handvatten aan de lidstaten om de naleving van de DAC8-verplichtingen af te dwingen voor dergelijke partijen die buiten de EU zijn gevestigd. Vanzelfsprekend zal dit nationale wetgevers de nodige problemen opleveren. Bovendien vinden cryptotransacties vaak "decentraal" plaats, wat betekent dat er geen tussenkomst is van fysiek gevestigde partijen. Technisch gezien vallen dergelijke partijen (zoals gedecentraliseerde beurzen) onder de voorgestelde richtlijn, maar naleving ervan zal een uitdaging zijn.

Naleving en sancties voor de DAC8

De huidige DAC-richtlijn geeft lidstaten slechts een algemene instructie om effectieve, proportionele en afschrikwekkende boetes op te leggen bij niet-naleving. Het voorgestelde richtlijnvoorstel voegt daaraan minimale boetebedragen toe voor het geval een persoon na twee herinneringen niet heeft gerapporteerd of meer dan 25% van de gerapporteerde gegevens onjuist of onvolledig zijn. De minimale boetes verschillen per onderdeel van de DAC.

In de meeste gevallen is het voorgestelde minimum 50.000 euro als de jaarlijkse omzet van de betrokken persoon minder is dan  6.000.000 euro, en  150.000 euro bij een hogere omzet. Voor natuurlijke personen is het minimum vastgesteld op  20.000 euro. Deze minima gelden voor DAC2 (Common Reporting Standards (CRS)), DAC6 (agressieve belastingconstructies), DAC7 (platformexploitanten) en DAC8 (crypto assets). Voor Country-by-Country Reporting (CbCR, DAC4) ligt het minimum op 500.000 euro. Het verstrekken van een onjuist self-certification-formulier wordt ook strafbaar gesteld.

De voorgestelde minimumboetes in Nederland voor DAC6 en DAC7 zijn hoger dan de voorgestelde minimumbedragen. Het ligt voor de hand  om voor DAC6 en DAC7 aan te sluiten bij de boetes die gelden voor CRS (DAC2) en niet bij de veel hogere boete voor CbCR (DAC4), zoals nu in de wet is opgenomen. Het richtlijnvoorstel volgt deze gedachte. Het is echter de vraag of de Nederlandse wetgever van plan is de boetes te verlagen en zo nee, welke argumenten de wetgever daarvoor gebruikt.

Behandeling Tweede Kamer der Staten-Generaal

Direct na publicatie door de Europese Commissie op 8 december 2022 is het voorstel in openbare consultatie gebracht. Het kabinet heeft daarnaast verschillende belanghebbenden en deskundigen gevraagd om te reageren op het voorstel. Op 3 februari 2023 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken de Tweede Kamer schriftelijk geïnformeerd over het voorstel3 .  Naar aanleiding van deze brief zijn er door verschillende Kamerfracties vragen gesteld. Uit de beantwoording van deze vragen blijkt dat Nederland tijdens de onderhandelingen heeft ingezet op een inspanningsverplichting voor het uitwisselen van het TIN4, terwijl de meerderheid van de EU-lidstaten een resultaatsverplichting voorstaat.

Nederland zal zich nu inzetten voor een latere inwerkingtreding van het TIN-uitwisselingssysteem. Op dit moment is het lastig om de gevolgen van DAC8 voor de ICT-systemen van de Belastingdienst in te schatten, maar de ICT-capaciteit zal naar verwachting beschikbaar zijn vanaf 2026. Tot slot is Nederland voorstander van het formuleren van richtlijnen omtrent de hoogte van boetes voor het niet naleven van DAC8-verplichtingen5.  

Fiscale informatie DAC8 niet bruikbaar voor vooraf ingevulde aangifte (VIA)

De Belastingdienst ontvangt een deel van de fiscale informatie via het DAC8 systeem. Deze informatie gebruikt de Belastingdienst voor risicoanalyses, maar niet om aangiftes in te vullen (VIA).Dit schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën in reactie op Kamervragen over het richtlijnvoorstel DAC86

Het verplicht uitwisselen van het TIN vergt inspanningen van de Belastingdienst. Het omvat het verkrijgen, verstrekken en uitwisselen van het TIN bij informatiestromen met DAC1-gegevens. Dit zijn gegevens over inkomens- en vermogenscategorieën, zoals arbeidsinkomen, pensioenen e.d. die in de oorspronkelijke richtlijn zijn opgenomen (DAC1).

De Belastingdienst deelt  gegevens gedeeld over crypto-gerelateerde transacties met de DAC8, maar echter geen saldogegevens.  Het ontbreken van informatie over aangehouden crypto-saldi maakt dat de ontvangen DAC8-informatie niet geschikt is om als informatie te dienen. Daarom gebruikt de Belastingdienst deze informatie voor risicoanalyse, maar niet om aangiftes in te vullen. In deze wijziging van de DAC wordt ook een wijziging van DAC2 meegenomen; informatie over bank- en beleggingstegoeden, waaraan nu ook crypto-assets moeten worden toegevoegd.
Crypto-asset dienstverleners die bewaardiensten (custodian) aanbieden, beschouwt de Belastingdienst  als financiële instellingen, waardoor ze onder zowel DAC2 als DAC8 moeten rapporteren.

Wat betekent dit u voor u?

Als gevolg van DAC8 zullen aanbieders van crypto-activadiensten, zoals exchanges, verplicht zijn om KYC-procedures uit te voeren op EU-klanten, ongeacht of de aanbieders zelf in een Europees rechtsgebied zijn gevestigd. Bovendien moeten aanbieders van crypto-activadiensten volgens DAC8 informatie over binnenlandse en grensoverschrijdende transacties van te rapporteren crypto-activa uitwisselen met de bevoegde belastingautoriteiten.

Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft in reactie op Kamervragen met betrekking tot het richtlijnvoorstel DAC8 aangegeven dat de fiscale informatie die wordt ontvangen via DAC8 wel kan worden gebruikt voor risicoanalyses, maar niet om aangiftes (voor) in te vullen. DAC8 betreft het verplicht uitwisselen van gegevens over crypto-gerelateerde transacties, waarbij geen saldogegevens worden uitgewisseld. Naast DAC8 wordt echter ook een wijziging van DAC2 meegenomen, waarbij crypto-assets moeten worden toegevoegd aan de informatie over bank- en beleggingstegoeden waarover financiële instellingen moeten rapporteren. 

Crypto-asset dienstverleners die bewaardiensten aanbieden, worden beschouwd als financiële instellingen, waardoor ze onder zowel DAC2 als DAC8 moeten rapporteren. Uw crypto-gegevens worden, zo lijkt het, dus wel gedeeld met de Belastingdienst! Mocht u uw crypto assets nog niet eerder hebben aangegeven, dan adviseren wij u, mede ter voorkoming van hoge boetes7 , tijdig in te keren. Wij kunnen u hier uiteraard bij begeleiden. 

Neem contact op met één van onze specialisten

1 Europese Commissie 8 december 2022, IP/22/7513
2 Directive on Administrative Cooperation in the field of taxation.
3 Kamerstukken II 2022/23, 22 112, nr. 3600.
4 TIN; Tax Identifcation Number (in Nederland het BSN)
5 Beslisnota SO BNC-fiche DAC8, 27 maart 2023, notanummer 2023-0000082341
6 Brief Staatssecretaris “Betreft Schriftelijk Overleg zevende wijziging Administratieve         Samenwerkingsrichtlijn Belastingen” d.d. 17 april 2023, kenmerk 2023-0000075037
7 Maximaal 300%