Ik heb een vraag! neem contact op
U kunt in 2023 nog belastingvrij schenken. Bij schenkingen aan uw kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen of de weduwe/weduwnaar van uw overleden kind is het vrijgestelde bedrag in 2023 nog 6.035 euro. Dit bedrag geldt voor u als ouders samen, ook als u gescheiden bent.
Voor kleinkinderen en derden (zoals andere familieleden of vrienden) geldt voor 2023 een vrijstelling van 2.418 euro. Deze vrijstellingen geven u de mogelijkheid hen financieel te steunen zonder dat zij hier schenkbelasting over verschuldigd zijn.
Naast de jaarlijkse vrijstellingen mag u ook eenmalig gebruikmaken van de verhoogde schenkvrijstelling voor kinderen. Deze bedraagt voor 2023 nog 28.947 euro voor kinderen (of hun partner) tussen de 18 en 40 jaar. U kunt deze vrijstelling maar één keer gebruiken en u moet in uw aangifte schenkbelasting een beroep doen op deze vrijstelling. Uw kind mag deze schenking vrij besteden.
Wilt u een schenking aan uw kind doen omdat deze een dure studie volgt waarvan de studiekosten meer dan 20.000 euro per jaar bedragen (exclusief levensonderhoud)? Dan kunt u hiervoor de schenkvrijstelling van 60.298 euro benutten.
U kunt in 2023 ook nog schenken voor een eigen woning van iemand tussen de 18 en 40 jaar. De vrijstelling hiervoor is in 2023 wel flink versoberd en bedraagt nog maar 28.947 euro. Vanaf 2024 is deze vrijstelling volledig afgeschaft. Benut deze regeling dus nog snel!
Gelukkig kunt u bij de eenmalige schenking voor een eigen woning gebruikmaken van overgangsregelingen:
Let op: al deze eenmalige verhoogde vrijstellingen komen in plaats van de jaarlijkse vrijstellingen!
U kunt ook een schenking op papier doen: de schenking tegen schuldigerkenning. U moet dit vastleggen in een notariële akte. Deze schenking geeft de ontvanger aan als een vermogensbestanddeel in box 3 en u als schenker als schuld in box 3. De ontvanger moet u hierover jaarlijks daadwerkelijk een rente van 6 procent betalen. Voldoet u aan één van deze eisen niet, dan ziet de Belastingdienst de schuld niet als een schuld van de nalatenschap en bespaart u over het bedrag van de schuld geen erfbelasting.
Wilt u schenkingen doen aan goede doelen? U kunt giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI's) of sociaal belang behartigende instellingen (SBBI's) onder voorwaarden aftrekken van uw belastbare inkomen in de inkomstenbelasting.
In 2023 kunt u nog maximaal profiteren van een belastingvoordeel van 36,93 procent (laagste tarief in box 1). Op deze giften komt een drempel in mindering van één procent van het verzamelinkomen voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek (met een minimum van 60 euro) en de aftrek bedraagt maximaal tien procent.
Doet u een gift aan een ANBI die is aangewezen als culturele instelling? Dan mag u het aftrekbare bedrag van de gift verhogen met 25 procent (met een maximum van 1.250 euro). Contante giften kunt u sinds 2021 niet meer aftrekken.
Spreekt u met een goed doel af dat u vijf jaar lang jaarlijks een bedrag schenkt, dan is er sprake van een periodieke gift. Er geldt dan geen drempel of maximum voor het aftrekken van deze giften. Hiervoor gelden de volgende criteria:
Doet u een complexere schenking (zoals van waardevolle kunstobjecten), dan adviseren wij u deze schenking ook in een notariële akte vast te leggen. Vanaf 1 januari 2023 kunt u periodieke giften aftrekken tot een maximumbedrag van 250.000 euro per jaar per belastingplichtige (en eventuele fiscale partner).
Doet u vanuit uw BV schenkingen aan ANBI’s of SBBI’s? Dan mag u deze in aftrek brengen van de winst van uw BV. Hierbij bedraagt de aftrek in 2023 maximaal 50 procent van de winst met een maximum van 100.000 euro. Heeft uw BV een zakelijk belang bij de betaling aan een goed doel (zoals reclame, sponsoring of maatschappelijk verantwoord ondernemen), dan kunt u deze zakelijke kosten volledig en zonder maximum aftrekken van de winst.
Bent u enig aandeelhouder van een BV en van plan forse schenkingen te doen? Dan kan het fiscale voordeel van een schenking vanuit de BV groter zijn dan een schenking vanuit privé. Laat u daar dus goed over adviseren!
Heeft u als dga tussen 2017 en 2019 uw pensioen in eigen beheer omgezet naar een oudedagsverplichting (ODV)? Door de complexe regelgeving rondom de ODV is er nog veel onduidelijkheid. Wat kunt u regelen om toekomstige problemen te voorkomen?
Hebt u een periodiek verrekenbeding in uw huwelijkse voorwaarden? En voert u dit wel uit? Doet u dit namelijk niet, dan kan tussen u en uw partner een schuldvorderingverhouding ontstaan, zelfs als u heeft opgenomen dat de mogelijkheid tot verrekenen na een bepaalde termijn vervalt.
Het risico bestaat dat u uiteindelijk met uw (ex)partner moet afrekenen alsof u in gemeenschap van goederen bent getrouwd (dus 50/50). Dit geldt ook als u geregistreerd partner bent. Hebt u (nog) niet verrekend, laat dan snel uw financiële positie op dit punt beoordelen.
Daarnaast vergoedingsrechten. Investeert u of uw partner privévermogen in het privévermogen van de ander, dan heeft de betalende partner in beginsel recht op een vergoeding. Bijvoorbeeld: een partner legt eigen geld in voor de aanschaf of verbouwing van de woning van de ander. Hierdoor ontstaat vergoedingsrecht.
Voor zowel gehuwden, geregistreerd partners als samenwoners zijn er andere grondslagen waarmee u aanspraak kunt maken op vergoedingsrecht. Hebt u mogelijk een vordering, administreer dit dan goed!
Per 2024 geldt een tariefwijziging op dividenden uit een BV met een aanmerkelijk belang (≥ vijf procent aandelenbelang).
Het tarief inkomstenbelasting voor dividenduitkeringen van uw BV bedraagt nu nog 26,9 procent. Dit verandert vanaf 2024 met de invoering van een extra tariefschijf met een laag tarief van 24,5 procent voor dividenduitkeringen tot 67.000 euro (fiscaal partners 134.000 euro gezamenlijk). Het tarief voor dividenduitkeringen boven deze grens gaat omhoog naar 33 procent.
Zorg op basis van deze tariefverschillen voor een gunstige fiscale planning:
Let op:
Houd bij uw afweging rekening met rendement op uw vermogen en het gemis aan rendement over de belasting die u door eerdere uitkering naar voren haalt.
Er ligt ook een voorstel om het bedrag dat u maximaal van uw vennootschap mag lenen bij te stellen: de regeling tegen excessief lenen. Eigenwoningschulden bij de eigen BV zijn hiervan uitgezonderd voor schulden die u na 2022 bent aangegaan en wanneer de BV een hypotheekrecht op de woning heeft.
Het maximum voor 2023 (peildatum 31 december 2023) is 700.000 euro (gezamenlijk met uw partner). Voor 2024 is het maximum vastgesteld op 500.000 euro. Het kan voor u gunstig zijn om hier in 2023 nog rekening mee te houden door een extra uitkering van dividend tegen het tarief van 2023 (26,9 procent) te doen in plaats van het tarief van vanaf 2024 (33 procent).
Vanaf 2024 geldt een vervroegd verhoogd belastingtarief box 3: in plaats van de verhoging tot 34 procent is het tarief voor 2024 zelfs vastgesteld op 36 procent. De Belastingdienst bepaalt uw belastbare box 3-inkomen aan de hand van drie vermogenscategorieën met elk een eigen forfait:
Beoordeel daarom op basis van deze hoge heffing en de verschillende forfaits de samenstelling van uw box 3-vermogen nog vóór de peildatum van 1 januari 2024. Doe dit samen met de gewijzigde regelgeving voor dividenduitkeringen en excessief lenen.
Met een goede fiscale planning kan uw belastingpositie worden geoptimaliseerd!
