“Sofinnova heeft een heel sterke relatie met haar investeerders: onze ‘Limited Partners’. We begrepen hun groeiende interesse in het kwantificeren van ESG-prestaties en impact, wilden de informatie en voortgang leveren die ze nodig hadden, en we wilden ze helpen beter te communiceren met hun eigen aandeelhouders over de gecreëerde waarde in de Sofinnova portfolio’s. We wisten wel dat onze investeringen veel impact hadden, maar we hadden het nooit systematisch gemeten. Wat betreft ESG hebben we de uitdaging dat we een zeer divers portfolio hebben, van pre-revenue start-ups met één medewerker, tot gevestigde, beursgenoteerde bedrijven. Dat maakt een uniform ESG-beleid een uitdaging, want de verwachtingen en eisen die je aan die verschillende bedrijven kunt stellen, variëren sterk. Als investeerder in innovatie en als bouwer van bedrijven, zien we de waarde van het constant beoordelen van onze prestaties en het aanwijzen waar het beter kan. Het was met dit in ons achterhoofd dat het voor ons duidelijk werd dat wij ons ESG- en impactbeleid naar een hoger plan moesten tillen.”
Hoe rapporteerden jullie over ESG vóór dit project?
“Impact zat altijd al in ons DNA. Sofinnova past de beginselen van good governance al sinds haar oprichting in 1972 toe. Zij is een lange-termijn ondertekenaar van France Invest’s Charter (Investor Commitment to Growth Charter) en we hebben ons altijd gericht op ESG-gerelateerde onderwerpen in onze portfoliobedrijven. Wij voeren al jarenlang onderzoek uit onder onze bedrijven, en voeren regelmatig gesprekken op directieniveau, met als resultaat dat we globaal wisten wat die bedrijven doen op het brede gebied van ESG. We monitorden dat en rapporteerden er over. Maar het was een open circuit: we verzamelden data, analyseerden en rapporteerden erover, maar hadden geen gestructureerde aanpak om verandering teweeg te brengen binnen de bedrijven op detailniveau. We wilden verder gaan in onze eigen verantwoordelijkheid: ESG-inzichten weer terugkoppelen naar de bedrijven en actiepunten en verbetering identificeren. Maar hoe? Er zijn legio manieren om ESG en impact te meten, het is een relatief nieuw veld. Dus wat is de beste manier? Hoe meet je? En vooral: hoe boek je die vooruitgang: hoe maak je impact?”
Waarom kozen jullie Sinzer – Grant Thornton als ESG-adviseur?
“We wilden graag een kleiner, ‘boutique’ consultancybureau vinden, dat zich hier exclusief op richt en vooral al wat jaren praktijkervaring heeft. Kennis is overdraagbaar, ervaring is dat niet; die moet je persoonlijk opdoen. We zochten een bureau waar de mensen persoonlijk geloven in wat ze doen. Dus we keken naar Sinzer en naar wat ze hadden gedaan. Ik belde en kreeg Emma aan de lijn, die de verschillende ESG- en impact projecten beschreef die ze in de afgelopen paar jaar hadden gedaan. Dat was overtuigend! Het team bleek perfect te passen bij de Sofinnova-cultuur en bij wat ons te doen stond. De referenties van Sinzer’s andere klanten waren ook enorm goed, dat hielp ook!”
Mooie match! Emma, hoe herinner jij je die kennismaking?
‘Wat er voor mij uit sprong was dat Rob bleef benadrukken dat hij overtuigd moest worden en dat dit niet slechts een voorbeeld van ‘greenwashing’ zou moeten zijn. En verder dat hij echt impact wilde verbeteren en niet alleen maar ESG-bewijs oplepelen. Zo kijken wij er ook naar, dus het was een goede eerste kennismaking. En hoewel je sceptisch was, Rob, had je mijns inziens je huiswerk al wel gedaan. Je wist heel goed wat jullie te doen stond en wat het vooral niet mocht zijn. Wij zaten op één lijn over hoe je het moet aanpakken: maak het realistisch, begin klein. En dan kun je opschalen. Wij weten dat het een moeilijke fase is om de bal intern aan het rollen te krijgen. De investeringsteams moet je echt aan boord krijgen. Dat doe je door een eenvoudig en simpel proces te bieden dat duidelijke voordelen heeft; iedereen is druk en toch wil je van ze dat ze nieuwe en andere dingen gaan doen. Het ‘Keep it simple’ idee is een principe dat we deelden. En hoewel een simpel proces het moeilijkste is om te maken, waren we het er meteen over eens dat het zo moest.”
Jullie hebben samen een ESG Maturity Model ontwikkeld. Hoe kwamen jullie daarop uit?
Rob: “We zochten naar zinvolle ESG-gegevens om aan onze investeerders te rapporteren. Ons portfolio bestrijkt het hele life science-spectrum aan bedrijven; van nieuwe en kleine tot grotere, meer gevestigde bedrijven, in de diverse therapeutische gebieden, waaronder biofarmaceutisch-gerichte bedrijven en bedrijven in de medische apparatuur. Ons Industrial Biotech team werkt in sectoren zo divers als Food, Agriculture, Chemicals en Materials. We moesten iets vinden dat werkt over dit hele spectrum en dat toch cijfers oplevert die we kunnen consolideren in een betekenisvolle analyse: Nogal een uitdaging!’
Emma: ‘Als je ‘standaard’ ESG-metrics zou gebruiken, levert dat voor de kleinere bedrijven vaak weinig bruikbare gegevens op. Denk aan vragen over een CO2-reductie beleid of een gender pay-gap beleid onder personeel: voor een start-up met drie man in een kleine, gehuurde kantoorruimte valt daar nog weinig op te rapporteren, terwijl je van een bedrijf dat bijna naar de beurs gaat wel mag verwachten dat zij dit op orde hebben. En tegelijkertijd wil je die start-up wel stimuleren om al voordat zij gaan opschalen over deze zaken na te denken. Het moest dus maatwerk zijn. Uiteindelijk hebben we voor Sofinnova’s materiele ESG-thema’s relevante kpi’s voor dat brede spectrum ingedeeld over vier stadia van ESG-volwassenheid. Dat wil zeggen dat dezelfde indicatoren worden gebruikt voor alle bedrijven in het portfolio, maar dat we per groeifase van de bedrijven andere ESG-scores verwachten omdat zij meer of minder ‘volwassen’ zijn op dit vlak. Zo krijgt elk bedrijf een passende score en relevante vervolgstappen, waar het aan kan werken.” Rob: “Met de ervaring van Emma en haar team en onze ‘drive’ om alles bij elkaar te brengen en functionele, praktische systemen te ontwikkelen, werd het een heel plezierig proces. Sinzer staat altijd open voor suggesties en past die toe waar het kan. We hebben alles grondig kunnen afwegen en dan kom je bij een geweldige oplossing uit: dit Maturity Model voldoet perfect aan onze behoeften.”
Kun je een voorbeeld geven van die laatste, volwassen fase van impactvolle bedrijven?
Rob: “Neem CO2: omschakelen naar een groene elektriciteitsbron is voor start-ups een goede stap. De meer volwassen versie daarvan is via CO₂-neutraal naar ‘net zero’ of zelfs CO₂-negatief. Bedrijven in de meer geavanceerde fases van hun ontwikkeling en groei hebben de middelen om dat te doen en dragen vaak ook meer bij aan de uitstoot van broeikasgassen dan bedrijven in een vroeger stadium van ontwikkeling: de doelstellingen zijn daar dan ook meer relevant. In de incubatie, of startersfase ben je volop bezig het bedrijf eerst maar eens te laten draaien. Wij helpen onze bedrijven om al in een vroeg stadium over ESG na te denken zodat ze de mindset, het bewustzijn en de sensitiviteit kunnen ontwikkelen die met ze mee groeit als hun bedrijf groeit. Ook met ESG heb je concrete doelen nodig om naartoe te werken. Elk van de kpi's heeft een verstrekkende doelstelling om de bedrijven echt te pushen om iets opmerkelijks te doen, maar het wordt altijd bereikt door een aantal kleine behapbare stappen.”
Rob: ”En dat levert uiteindelijk ook financiële meerwaarde bij de verkoop. Kopers zijn tegenwoordig echt op zoek naar ESG-factoren in het bedrijf: hebben ze een goed bestuur en goede resultaten qua veiligheid? Is het personeel gemotiveerd en enthousiast en aangesloten bij het succes van het bedrijf? Steeds vaker zien we dat kopers de ESG factoren meewegen in de due diligence, waardoor het een impliciete waardecreërende invloed krijgt waar we toegang toe willen hebben. Want dat vloeit uiteraard weer terug naar de investeerders, als verbeterde prestatie bij onze exit. Everyone wins!”
Wanneer wist je dat je goed zat met het nieuw ontwikkelde model?
Rob: “We toetsten ons Maturity Model in elke fase van ontwikkeling bij onze investment managers en dappere CEO’s die vrijwillig proefpersoon durfde te zijn! Zij moeten hier uiteindelijk mee werken. Ze snapten het meteen, waardoor de invoering soepel ging; het was instinctief logisch en eenvoudig in gebruik, met een duidelijke filosofie van minimale inspanning en maximale output! Dan heb je een winnende formule te pakken. De ‘keep it simple’ regel die Emma al noemde werkt.”