COVID-19

Update Baangerelateerde Investeringskorting (BIK): wijzigingen percentages en samenloop fiscale eenheid

Christiaan Buizer
Door:
insight featured image
Op Prinsjesdag 2020 heeft het kabinet een nieuwe investeringskorting geïntroduceerd: de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK). In oktober is de regeling uitgewerkt in een wetsvoorstel. Inmiddels is dit wetsvoorstel behandeld in de Tweede Kamer en Eerste Kamer. Beide Kamers zorgen voor een tweetal belangrijke aanpassingen in de BIK-regeling, die invloed hebben op ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (mkb). In dit artikel gaan wij in op deze wijzigingen.
Onderwerpen

Wijziging BIK percentages

Voorafgaand aan de behandeling in de Tweede Kamer was er al veel rumoer rond de Baangerelateerde Investeringskorting. De oppositie ziet de BIK-regeling vooral als een cadeautje voor ondernemend Nederland. Omdat de BIK-regeling onderdeel is van het Belastingplan 2021 was het niet mogelijk om alleen tegen de BIK te stemmen zonder ook het hele Belastingplan 2021 weg te stemmen. De BIK regeling heeft (daarom?) de Tweede Kamer overleefd. Om de Tweede Kamer tegemoet te komen is de BIK door een aanpassing van de regeling wel meer toegespitst op het mkb. Dit is gedaan door de percentages van de BIK als volgt aan te passen:

Totale investeringsbedrag BIK percentage 2021 oud voorstel BIK percentage 2021 nieuw voorstel
Niet meer dan € 20.000 Nihil Nihil
€ 20.001 t/m € 5.000.000 3% van de investering 3,9% van de investering
Meer dan € 5.000.000 2,44% (voor het deel boven € 5.000.000) 1,8% (voor het deel boven € 5.000.000)

Fiscale eenheid vennootschapsbelasting en BIK

Een tweede belangrijke wijziging in de BIK-regeling is de samenloop met de fiscale eenheid vennootschapsbelasting.

In is het momenteel een veel genoemd onderwerp: overweeg verbreking van een fiscale eenheid vennootschapsbelasting om optimaal gebruik te maken van de tariefverschillen in de vennootschapsbelasting. Bij voldoende winstcapaciteit kan per BV een belastingbesparing van circa € 25.000 worden behaald. Bij de afweging of een fiscale eenheid aantrekkelijk is, is het van belang de invloed van de fiscale eenheid op de BIK-regeling in de overwegingen mee te nemen.

Kern van de BIK-regeling is namelijk dat de BV die een kwalificerende investering doet een afdrachtsvermindering voor de loonheffingen krijgt. In de praktijk zien wij dat een ondernemer echter kiest voor een risico-aversie ondernemingsstructuur waarbij grote investeringen in een Holding BV worden afgescheiden van een afzonderlijke risicovolle Werk BV. In dat geval is de BV die investeert (de holding) niet dezelfde BV als de BV waar het personeel op de loonlijst staat (Werk BV).

De BIK voorziet in een regeling waarbij binnen een fiscale eenheid vennootschapsbelasting de BIK van de investerende holding kan worden toegewezen aan de BV met het personeel. De fiscale eenheid biedt hier dus een groot voordeel en zorgt ervoor dat de BIK kan worden benut.

Voorbeeld

Jan houdt 100 procent van de aandelen in Jan Holding BV. Jan Holding BV is een holdingvennootschap en eigenaar van een bedrijfspand. Jan Holding BV houdt 100 procent van de aandelen in Jan Bouw BV. Jan Bouw BV verricht bouw- en aannemingswerkzaamheden voor particulieren en heeft 100 werknemers.

Jan wilt 100 nieuwe bedrijfsauto’s kopen met een waarde van 30.000 euro per stuk. De totale investering bedraagt dus 3.000.000 euro. Om de bedrijfsauto’s buiten het risicodragend vermogen van de bouwonderneming te laten, koopt Jan de auto’s aan op naam van Jan Holding BV. Jan Holding BV verhuurt de busjes aan Jan Bouw B.V.

Jan Holding BV gebruikt de auto’s niet zelf. In beginsel kan Jan Holding BV geen BIK aanvragen op deze investering.

Als Jan Holding BV en Jan Bouw BV zijn opgenomen in een fiscale eenheid vennootschapsbelasting kan Jan Holding BV wel BIK aanvragen over de investering in de auto’s. De BIK van Jan Holding BV kan binnen de fiscale eenheid worden toegewezen aan Jan Bouw BV. De BIK bedraagt 3,9% x € 3.000.000 = € 117.000 afdrachtsvermindering loonheffingen voor Jan Bouw BV.

De BIK-regeling is in de Eerste Kamer behandeld. Naar aanleiding daarvan is het fiscale eenheid onderdeel van de BIK voorlopig uit de BIK verwijderd. De achtergrond hiervan is dat een fiscale eenheid alleen met Nederlandse vennootschappen mogelijk is. De vraag is of het gebruik van de BIK binnen een fiscale eenheid wel in overeenstemming is met het Europees recht. De Europese Commissie zal hierover eerst moeten oordelen.

De staatssecretaris verwacht dat de Europese Commissie positief oordeelt over het fiscale eenheid onderdeel van de BIK-regeling en later alsnog kan worden ingevoerd. Hij hoopt hierover in januari 2021 al duidelijkheid te krijgen. Bij een positief oordeel wordt het fiscale eenheid onderdeel van de BIK met terugwerkende kracht ingevoerd tot 1 januari 2021. Het wetsvoorstel is hierop aangepast door een zogenoemde novelle.

Bij de geplande investeringen is het goed hier rekening mee te houden. Het zou dus zo kunnen zijn dat de BIK regeling niet van toepassing is bij een fiscale eenheid. Een alternatief kan dan zijn om de investeringen toch uit te voeren op niveau van de Werk BV. Vanuit risico-oogpunt is dat echter niet wenselijk. Ook het tijdstip van de aanvraag of verbreking van een fiscale eenheid kan voor een optimaal voordeel hierop aangepast worden.

Eén voordeel: als de Europese Commissie negatief oordeelt over het Nederlandse verzoek dan worden de BIK percentages opnieuw aangepast. Het percentage van 3,9  procent wordt dan vervangen door 5 procent. Terwijl het percentage van 1,8 procent wordt vervangen door 2,08 procent.

Tot slot

Kortom: voorlopig enige onzekerheid over de BIK-regeling in fiscale eenheid verband. Iets wat we vaker zien bij nieuwe wetgeving die snel wordt bedacht en uitgevoerd.

Bent u van plan om te investeren en wilt u weten of u de BIK-regeling kunt toepassen? Neem contact op met uw adviseur.