article banner
Arbeidsrecht

Wet arbeidsmarkt in balans: praktijkvragen over de WW-premie

Anne Hofman Anne Hofman

Sinds 1 januari 2020 is in werking getreden. In de praktijk levert de Wab veel vragen op. Bijvoorbeeld over de WW-premie. Hieronder leest u een overzicht van veelgestelde vragen (en antwoorden) aan onze bedrijfsjuridisch adviseurs.

Sommige werknemers hebben een contract voor onbepaalde tijd, dat is ontstaan na drie tijdelijke contracten of na twee jaar. Die tijdelijke contracten zijn stilzwijgend verlengd in een contract voor onbepaalde tijd, zonder dat ik daarvoor een ‘nieuw’ contract voor onbepaalde tijd heb opgesteld. Welke premie betaal ik?

Wanneer een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is gesloten, en die op een zeker moment van rechtswege overgaat in een contract voor onbepaalde tijd, moet de schriftelijke arbeidsovereenkomst worden aangepast naar de nieuwe situatie, anders betaalt u alsnog de hoge WW-premie. Wanneer een tijdelijk contract overgaat in een vast contract, bevestig dit dan aan de werknemer door een nieuw contract op te stellen of een addendum bij de bestaande contracten te maken.

Ik werk in een sector waar we afhankelijk zijn van seizoensarbeid. Zo lukt het mij niet om personeel in de wintermaanden aan het werk te houden, simpelweg omdat er dan geen werk is. Wat nu?

Binnen sectoren die sterk afhankelijk zijn van seizoensarbeid, is het mogelijk om een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd overeen te komen met een jaarurennorm. Bij een jaarurennorm is de arbeidsomvang niet per maand overeengekomen, maar bijvoorbeeld per jaar, en is het recht op loon gelijkmatig over het jaar gespreid. Ook dan geldt voor u de lage WW-premie.

Ik heb oproepkrachten in dienst, werkzaam op basis van een contract voor onbepaalde tijd. Betaal ik dan de lage WW-premie?

Voor alle oproepkrachten, ongeacht wat voor contracten met hen zijn overeengekomen (vast of tijdelijk), betaalt u het hoge WW tarief.

Ik lees dat voor oproepcontracten met jongeren onder de 21 jaar, in sommige gevallen toch de lage premie geldt. Is dat zo?

Voor flexibele dienstverbanden met werknemers jonger dan 21 jaar, geldt alsnog de lage WW-premie, als zij maximaal 48 uur per aangiftetijdvak van 4 weken, of maximaal 52 uur per aangiftetijdvak van een kalendermaand, verloond krijgen. Mocht het zo zijn dat deze werknemer in bepaalde tijdvakken meer dan 48 respectievelijk 52 uur verloond krijgt, moet voor die tijdvakken de hoge premie betaald worden, hetgeen kan resulteren in een zogenaamd jojo-effect. Bereikt de werknemer halverwege een aangiftetijdvak de leeftijd van 21, dan geldt vanaf het daarop volgende aangiftetijdvak de hogere WW-premie.

Als ik in het jaarcontract van een oproepkracht het aantal verwachte uren per jaar aangeef, maar hij werkt er minder doordat hij halverwege het jaar opzegt. Wordt dat dan pro rata gecorrigeerd voordat er gekeken wordt of er een afwijking van ongeveer 30% van de werkelijke uren en de geschatte uren is?

Nee, er is sprake van een tijdelijk contract en het is waarschijnlijk ook eens een oproepcontract. De hoge WW-premie is verschuldigd en van correctie is dan geen sprake.

Zelfde vraag als vorige maar nu is sprake van een contract voor onbepaalde tijd: een contract voor onbepaalde tijd waarin overeengekomen het geschat aantal te werken uren per jaar.

Als per uur wordt betaald is sprake van een oproepcontract. Hierop is de hoge ww-premie van toepassing.

Alleen als sprake is van de jaarurennorm: als u de arbeidsomvang per tijdseenheid van maximaal een jaar afspreekt en het loon gelijkmatig verspreid over die tijdseenheid, dus als u per maand een vast loon betaald, dan is er geen sprake van een oproepovereenkomst. U betaalt dan de lagere premie.

Mocht de medewerker zelf opzeggen halverwege het jaar, dan zal het aantal gewerkte uren verrekend kunnen worden. Dit moet echter goed worden vastgelegd.

Ik heb de oorspronkelijk arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot twee keer toe stilzwijgend verlengd en dit verder niet schriftelijk vastgelegd. Moet ik nu een nieuwe arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opstellen?

Ja, om toch de lage WW-premie af te mogen dragen, dient u alsnog een schriftelijke arbeidsovereenkomst op te stellen. Zowel werkgever als werknemer moeten deze nieuwe overeenkomst ondertekenen.
U kunt ook volstaan met een schriftelijk door beide partijen ondertekend addendum bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst.

Moet de arbeidsovereenkomst voorzien zijn van een handtekening van zowel werkgever als werknemer?

Ja, de arbeidsovereenkomst of het addendum moeten voorzien van een handtekening van zowel werkgever als werknemer. Ook een digitale handtekening volstaat, evenals instemming via de e-mail of in een HR-systeem.

U mag de lage WW-premie toepassen als voor 1 april 2020 de door beide partijen ondertekende schriftelijke arbeidsovereenkomst of addendum in de loonadministratie aanwezig is en daaruit blijkt dat de werknemer reeds op uiterlijk 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst was.

Wat moet ik invullen in de loonaangifte indicatierubriek: “schriftelijke arbeidsovereenkomst” als ik (uiterlijk op 31 maart 2020) nog geen schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heb of een addendum in mijn administratie heb waaruit blijkt dat de looptijd van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is?

U mag daar “Ja” antwoorden, op voorwaarde dat aan de voorwaarden vermeld in de vorige vraag is voldaan (dwz voor 1 april 2020 is een schriftelijke arbeidsovereenkomst of addendum aanwezig). Als de arbeidsovereenkomst uiterlijk op 31 december 2019 voor onbepaalde tijd is en het is geen oproepovereenkomst, geldt vanaf 1 januari 2020 de lage premie.